Wet werken na AOW door Tweede Kamer
De Tweede Kamer heeft ingestemd met de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Met dit wetsvoorstel moet het voor werkgevers aantrekkelijker worden om werknemers na hun AOW-leeftijd in dienst te houden. Zo hoeft de werkgever bij ziekte het loon maximaal 13 weken door te betalen en geen 104 weken. Ook wordt het mogelijk om AOW-gerechtigde werknemers meer tijdelijke contracten aan te bieden.
In het bericht ‘Tweede Kamer kijkt naar Wet werken na de AOW’ kon u lezen welke maatregelen er zijn opgenomen in het wetsvoorstel dat ervoor moet zorgen dat werkgevers hun werknemers ook na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd in dienst willen houden. Een meerderheid van de Tweede Kamer steunde het voorstel. Voordat de maatregelen in werking treden, moet ook de Eerste Kamer nog met het wetsvoorstel instemmen.
Maximum van zes tijdelijke contracten komt in de wet te staan
Bij het wetsvoorstel werden drie amendementen aangenomen, die de oorspronkelijke plannen op een aantal punten wijzigen:
- Er komt een evaluatie van de wet die zich richt op de effecten in de eerste twee jaren na inwerkingtreding van het voorstel. Onderdeel van de evaluatie is in elk geval of de verkorting van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte van AOW-gerechtigde werknemers leidt tot verdringing op de arbeidsmarkt.
- De loondoorbetalingsverplichting bij ziekte van een AOW-gerechtigde werknemer wordt in eerste instantie niet verkort naar zes weken, maar naar dertien weken. Dit blijft in elk geval zo tot de evaluatie van de wet (zie eerste punt).
- De mogelijkheid om AOW-gerechtigde werknemers maximaal zes tijdelijke contracten te geven binnen een periode van maximaal 48 maanden komt in de wet te staan. In het oorspronkelijke wetsvoorstel was nog geregeld dat dit alleen in de cao kon worden bepaald, maar omdat niet alle werkgevers en werknemers gebonden zijn aan een cao is dit gewijzigd.