U bent hier

OR & Medezeggenschap
Werkgever hoeft zzp’er niet te verzekeren tegen schade

Werkgever hoeft zzp’er niet te verzekeren tegen schade

Een werkgever is niet verplicht om een verzekering af te sluiten voor een zzp’er die in een bedrijfsauto rijdt. Dit blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland.

In de zaak kreeg een zzp’er een ongeval terwijl hij reed in de bedrijfsauto van zijn opdrachtgever. De werkgever had geen inzittendenverzekering afgesloten voor de auto. Volgens de zzp’er was de opdrachtgever hierdoor nalatig geweest en was hij aansprakelijk voor de schade die door het ongeval was ontstaan. De zzp’er beriep zich hierbij op artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek. Op basis van dit artikel is een werkgever verplicht zich als een ‘goed werkgever’ te gedragen. Dit brengt onder meer met zich mee dat hij moet zorgen voor een goede verzekering voor werknemers die als bestuurder van een motorvoertuig bij een verkeersongeval betrokken kunnen raken. Volgens de zzp’er was dit ook van toepassing op de relatie tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer.

Zzp’er was niet verplicht gebruik te maken van bedrijfsauto

De rechter ging hier echter niet in mee. Zijn redenering was dat een zzp’er in het algemeen niet gebruik hoeft te maken van een bedrijfsauto van de opdrachtgever. Vaak is het zo dat zzp’ers hun eigen auto gebruiken. Ook in deze zaak kon de zzp’er niet aantonen dat hij verplicht was om in de bedrijfsauto van de opdrachtgever te rijden. De werkgever was in deze situatie dan ook niet verplicht om een schadeverzekering voor de zzp’er af te sluiten en droeg geen aansprakelijkheid voor de schade.

Werkgever heeft wel een zorgplicht voor zzp’ers

Een werkgever kan overigens wel een zorgplicht hebben voor zzp’ers. Dit betekent dat hij moet zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving en veilige werkmiddelen voor zzp’ers die zich in een vergelijkbare positie bevinden als werknemers. Maar de zorgplicht houdt niet in dat de werkgever ook de verplichting heeft om voor zzp’ers een verzekering af te sluiten.
Rechtbank Midden-Nederland, 12 juni 2017, ECLI: 6028