U bent hier

OR & Medezeggenschap
Verplichte geheimen van de OR

Verplichte geheimen van de OR

De ondernemingsraad (OR) krijgt veel (bedrijfsgevoelige) informatie onder ogen. De bestuurder kan met de OR afspraken maken over het geheimhouden van vertrouwelijke informatie. Voor welke informatie kan de bestuurder geheimhouding opleggen en wat betekent de geheimhoudingsplicht voor het OR-werk?

Geheimhouding is een bijzonder aspect van de medezeggenschap (artikel). De geheimhoudingsplicht is geregeld in artikel 20 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) en kan gelden voor OR-leden, commissieleden, ambtelijk secretarissen en geraadpleegde deskundigen. Legt de bestuurder de OR een geheimhoudingsplicht op, dan mag de OR de verkregen vertrouwelijke of concurrentiegevoelige informatie niet delen met de achterban. Er zijn drie soorten informatie die onder de geheimhouding vallen:

  • alle bedrijfsgeheimen die de OR in zijn hoedanigheid als OR verneemt;
  • alle aangelegenheden waarvoor geheimhouding is opgelegd door de bestuurder;
  • aangelegenheden waarvan de OR-leden in verband met een eerder opgelegde geheimhouding het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen.

Opleggen van geheimhouding moet uitzondering zijn

Als de bestuurder geheimhouding oplegt, moet hij daarbij duidelijk aangeven welke gegevens onder de geheimhoudingsplicht vallen, hoelang de geheimhoudingsplicht duurt en tegenover wie de OR-leden de geheimhouding niet in acht hoeft te nemen. Voorts moet hij - als het kan - vooraf geheimhouding aankondigen, zodat de OR de geheime informatie kan weigeren. Het risico van informatie die niet gedeeld mag worden is namelijk dat het de communicatie met de achterban belemmert. De geheimhoudingsplicht moet dus een uitzondering en geen regel zijn.

Schenden geheimhoudingsplicht is misdrijf

De geheimhoudingsplicht blijft ook van kracht als de werknemer zijn lidmaatschap aan de OR of OR-commissie of zijn werkzaamheden voor de organisatie heeft beëindigd. OR-leden doen er goed aan de geheimhoudingsplicht te respecteren. Het schenden van de geheimhoudingsplicht is namelijk een misdrijf. De schender riskeert een gevangenisstraf van maximaal één jaar of een boete van maximaal € 22.500 (artikel 272 en 23, lid 4 Wetboek van strafrecht). Bovendien krijgt hij bij veroordeling een strafblad.