Verhoging AOW-leeftijd in hoger tempo
De geplande verhoging van de AOW-leeftijd – zoals die was aangekondigd met het begrotingsakkoord 2013 op Prinsjesdag – wordt versneld ingevoerd. Rutte (VVD) en Samsom (PvdA) kwamen in het ‘Deelakkoord begroting 2013’ overeen dat de AOW-leeftijd nog sneller moet worden ingevoerd dan aanvankelijk het plan was. Daarmee komt de AOW-leeftijd in 2018 uit op 66 jaar en in 2021 op 67 jaar.
Zo’n twee weken na Prinsjesdag sloten VVD en PvdA een (nieuw) deelakkoord voor de begroting van 2013. Dit akkoord behelst onder meer een versnelde verhoging van de AOW-leeftijd ten opzichte van het begrotingsakkoord 2013 dat op Prinsjesdag werd gepresenteerd. De VVD en PvdA willen de AOW-leeftijd na 2015 sneller laten stijgen. De partijen stellen in het zogenoemde Herfstakkoord namelijk voor om de AOW-leeftijd in 2016, 2017 en 2018 met drie maanden per jaar te verhogen. Daarmee komt de AOW-leeftijd in 2018 uit op 66 jaar en in 2021 op 67 jaar.
Verhoging AOW-leeftijd begrotingsakkoord 2013
De AOW-leeftijd zou volgens de oorspronkelijke plannen – zoals gepresenteerd op Prinsjesdag in het begrotingsakkoord 2013 – in 2013, 2014 en 2015 met één maand worden verhoogd. Per 2016 zou de stijging doorzetten met twee maanden per jaar en per 2019 met drie maanden per jaar. Daarmee zou de AOW-leeftijd in 2019 op 66 jaar uitkomen en in 2023 op 67 jaar.
Overbruggingsregeling vervangt voorschotregeling
De voorschotregeling waarover u in het bericht ‘Voorschot AOW-uitkering bij te weinig inkomen’ kon lezen, gaat niet door. Werknemers die binnenkort 65 jaar worden, hadden mogelijk gerekend op hun AOW-uitkering. Zij blijven dan dus met een inkomensgat zitten. Het is niet duidelijk of er een vervangende regeling komt. Wel komt er per 2013 een overbruggingsregeling voor werknemers die nu al deelnemen aan een VUT- of prepensioenregeling.