Verandering in scholingsvraag voor OR-leden
Bureaus voor OR-trainingen rapporteren een daling van de scholingsvragen voor OR’en, zo blijkt uit onderzoek van het GBIO. Cursussen worden korter, de dienstverlening verschuift mogelijk naar zelfstandige trainers en er is meer vraag naar advisering in plaats van scholing. Met het onderzoek wil het GBIO kijken wat de effecten zijn van de wijziging van de financiering van de scholing voor OR-leden.
Het GBIO heeft opleidingsbureaus benaderd om te peilen of er een verandering is opgetreden in de omvang van de scholing en ondersteuning van OR’en. Uit deze eerste peiling blijkt dat het aantal dagdelen aan scholing in het eerste kwartaal van 2013 (in vergelijking met het eerste kwartaal van 2012) is gedaald met gemiddeld 35%. De afgelopen jaren was er al wel sprake van een terugloop van het aantal scholingsdagen die onder andere te verklaren was door de economische ontwikkelingen. De trainingsdagen worden dus korten en mogelijk komen OR’en nu vaker terecht bij zelfstandige trainers, maar hiernaar heeft het GBIO geen onderzoek verricht.
Gewijzigde scholing al vanaf 1 januari 2013 in werking
De Eerste Kamer stemde pas op 25 juni 2013 in met de wijziging van de WOR, maar de Sociaal-Economische Raad (SER) ging al vanaf 1 januari 2013 uit van het nieuwe OR-scholingssysteem. Hierover heeft u al kunnen lezen in het bericht ‘SER gaat nu al uit van nieuw scholingssysteem’. Doordat de afschaffing van de WOR-heffing en de GBIO-bijdrage al enige tijd in werking is, heeft het GBIO onderzoek gedaan naar de effecten van deze wijziging.
Geen scholingsbijdrage meer van het GBIO
Sinds 1 januari 2013 hoefde het GBIO geen bijdrages meer voor scholing en vorming aan OR’en te geven. Toen was de Eerste Kamer nog niet akkoord met de wijziging van de WOR, maar zodra de wijziging is gepubliceerd in de Staatscourant kan het GBIO officieel worden opgeheven. Het GBIO koppelt de onderzoeksresultaten terug naar de Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM) van de SER.