Vakbonden en OR buiten spel bij stille curator
Door de inschakeling van een stille curator kunnen vakbonden en ondernemingsraden niets doen om voor de belangen van de werknemers op te komen in het geval van een faillissement. Volgens CNV Vakmensen moet er daarom een code voor faillissement worden opgenomen in het wetsvoorstel Continuïteit ondernemingen. Daarin moet staan dat de vakbonden en de OR verplicht en tijdig worden geraadpleegd bij de inschakeling van een stille curator.
CNV Vakmensen wil voorkomen dat de vakbonden en de ondernemingsraden – zoals nu het geval is – pas achteraf kunnen reageren bij de inschakeling van een stille curator. Deze partijen moeten al bij de inschakeling van een stille curator inspraak krijgen. Dan is het namelijk nog mogelijk om afspraken te maken over een doorstart en dreigend ontslag. Daarom zou er in het wetsvoorstel Continuïteit ondernemingen een code voor faillissement moeten komen. Voor fusies bestaat er al zo’n code: de SER-fusiecode. Daarover heeft u al kunnen lezen in het bericht ‘Nieuwe Fusiegedragsregels SER op komst’. De code moet voorkomen dat de stille curator en de bestuurder voorbij gaan aan de belangen van de werknemers.
Stille curator heeft nog geen negatieve publiciteit van faillissement
De rechtbank benoemt de zogenoemde stille curator voorafgaand aan het faillissement. Deze curator bekijkt dan – zonder de negatieve publiciteit van het faillissement – wat de mogelijkheden zijn voor een doorstart. Hij kan de gezonde delen van de organisatie dan nog tegen een goede prijs doorverkopen in plaats van tegen de executiewaarde als het faillissement eenmaal bekend is. De bestuurder blijft in die periode in controle van de bedrijfsvoering en bepaalt dan zelf welke werknemers er na een doorstart eventueel nog meegaan. Volgens CNV Vakmensen schieten de belangen van de werknemers er dan te vaak bij in.