OR-lid kan tussentijds stoppen met OR-werk
Een OR-lid dat voortijdig wil stoppen met zijn medezeggenschapswerk loopt vaak tegen onzekerheid aan. Hij vraagt zich misschien af of hij wel zomaar kan stoppen of dat daar een goede reden voor moet zijn. Ook kan hij op onbegrip stuiten bij zijn mede-raadsleden.
In de regel nemen OR-leden voor drie jaar zitting in de ondernemingsraad (OR), en treden zij daarna tegelijk af. Dat staat in artikel 12 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De OR mag in zijn reglement (infographic) een afwijkende termijn vastleggen, namelijk dat alle leden om de twee of vier jaar tegelijk aftreden, of dat de helft van de leden om de twee jaar aftreedt. Het komt ook regelmatig voor dat een OR-lid de zittingsperiode niet volmaakt, bijvoorbeeld omdat hij een andere baan buiten de organisatie krijgt, omdat hij met pensioen gaat of omdat hij geen tijd (of zin) meer heeft voor de medezeggenschap.
OR heeft baat bij gemotiveerde leden
In het vierde lid van artikel 12 WOR staat dat een OR-lid te allen tijde vrijwillig ‘ontslag' kan nemen van het OR-werk. Hij moet de voorzitter van de OR en de bestuurder dan schriftelijk informeren over zijn besluit. Hij doet er echter verstandig aan om, voordat hij daadwerkelijk besluit om uit de OR te stappen, nog eens met de OR in gesprek te gaan over de redenen. Voelt hij zich niet gewaardeerd of vindt hij dat hij te weinig kan bijdragen? Misschien kan de OR in een goed gesprek tot een oplossing komen en is opstappen helemaal niet nodig. Het heeft in ieder geval weinig zin om druk op hem uit te oefenen: de OR heeft vooral baat bij goed gemotiveerde mensen.