Stem OR bepaalt positie preventiemedewerker
De Arbowet bepaalt dat de preventiemedewerker zijn werk zelfstandig en onafhankelijk uitvoert. De ondernemingsraad (OR) heeft instemmingsrecht bij de inhoud, omvang en invulling van de functie van de preventiemedewerker. Of de preventiemedewerker zijn werk inderdaad zelfstandig en onafhankelijk kan uitvoeren, hangt dus voor een belangrijk deel af van de OR.
Iedere organisatie moet minimaal één preventiemedewerker hebben. De bestuurder moet de preventiemedewerker in de gelegenheid stellen om zijn werk zelfstandig en onafhankelijk uit te voeren (artikel 13, lid 5 Arbowet). Dit houdt in dat hij direct advies kan uitbrengen aan de bestuurder. Hij moet zijn advies bijvoorbeeld niet eerst aan een HR-manager hoeven voorleggen, voordat dit de bestuurder bereikt. Dat is dus een extra punt van aandacht als de OR een instemmingsverzoek voor de invulling van de functie van preventiemedewerker in behandeling heeft. Een preventiemedewerker kan namelijk meer invloed uitoefenen op de preventie van ongevallen en ziekte als hij zijn werk werkelijk zelfstandig en onafhankelijk kan uitvoeren.
OR moet zich een beeld vormen over de preventiemedewerker
De OR heeft via het instemmingsrecht (artikel 27, lid 1d WOR) een grote rol bij het bepalen van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de preventiemedewerker, maar ook bij de positie die de preventiemedewerker in de organisatie inneemt (artikel 13, lid 1 Arbowet). Voordat de OR instemming verleent voor het aanstellen van een preventiemedewerker, moet de raad zich een aantal vragen stellen:
- Hoeveel preventiemedewerkers heeft de organisatie nodig en hoeveel uren kunnen zij aan hun taken besteden?
- Wat zijn de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de preventiemedewerker(s)?
- Hoe deskundig moet de preventiemedewerker zijn, en welke vaardigheden moet hij hebben?
- Welke vorm krijgt de samenwerking met de OR?
- Wie is de juiste persoon?
OR en preventiemedewerker moeten samenwerken voor goede RI&E
De preventiemedewerker neemt het voortouw bij het opstellen en actualiseren van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en bij de uitvoering van de maatregelen uit het plan van aanpak. Hierbij adviseert hij de OR, bedrijfsarts, arbodienst, bestuurder en de HR-afdeling. Hij moet dus nauw met ze samenwerken (artikel 13, lid 7b Arbowet). Bovendien heeft de OR instemmingsrecht bij het opstellen of wijzigen van de RI&E en het plan van aanpak (artikel 27, lid 1d WOR). Het ligt daarom voor de hand dat OR en preventiemedewerker samen optrekken in de voorbereiding van een goede RI&E. Zo kunnen zij samen bijdragen aan een goed arbobeleid. De OR kan hiervoor ook het initiatiefrecht gebruiken (artikel 23 WOR).
In de toolbox Zo maakt u werk van de preventiemedewerker leest u alles wat u moet weten over de aanstelling, opleiding en rol van de preventiemedewerker in uw organisatie.