Richtlijn met tips voor migraine op het werk

De nieuwe richtlijn ‘Mensen met migraine…aan het werk!’ is uitgebracht om zowel werkgevers als werknemers met migraine en hun collega’s tips te geven over wat migraine is en hoe ermee kan worden omgegaan. Om werknemers met migraine zoveel mogelijk te helpen en verzuim tegen te gaan, kan uw OR overwegen om hieraan in het arbobeleid aandacht te besteden.

Elke dag hebben 70.000 Nederlanders last van een migraineaanval. Daarom is de richtlijn ‘Mensen met migraine…aan het werk!’(pdf) uitgebracht door de Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten (NVvHP). Aangezien veel werkgevers niet weten wat migraine precies inhoudt, is het belangrijk voor werknemers met migraine om hierover in gesprek te gaan. Door er open over te spreken, krijgen anderen de kans om mee te denken en kunnen er afspraken worden gemaakt met de leidinggevende. Ook kan het tot oplossingen leiden, bijvoorbeeld door factoren die de migraine uitlokken (zoals storend licht, geluid of werken onder druk) aan te pakken.

In gesprek met de bedrijfsarts over migraine

Werknemers hebben verder de mogelijkheid om over hun migraine met de bedrijfsarts of huisarts te spreken. Er zijn namelijk medicijnen beschikbaar waardoor werknemers met migraine beter functioneren. Veel werknemers met migraine weten niet dat er speciale medicijnen voor migraine zijn. Deze en de andere tips uit de richtlijn moeten zorgen voor een betere verstandhouding tussen werknemers, collega’s en hun leidinggevenden, een hogere inzetbaarheid en minder productiviteitsverlies.

Richtlijn onder de aandacht brengen van arboprofessionals

Werknemers met migraine melden zich gemiddeld drie tot zeven dagen per jaar ziek als gevolg van de migraine. Daarnaast zijn er ook werknemers die doorwerken tijdens een migraineaanval. Ze zijn dan wel aanwezig, maar hun productiviteit neemt af. Geschat wordt dat het hierbij gaat om zes tot tien dagen per jaar. Zowel de werkgever als de werknemer met migraine is gebaat bij aandacht voor migraine op de werkvloer. Kijk daarom of uw OR de richtlijn kan aankaarten bij de bestuurder en de arboprofessionals in de organisatie.