OR gemeente Maastricht naar OK om overplaatsing ambtenaren
De OR van de gemeente Maastricht stapt naar de Ondernemingskamer (OK) vanwege de overplaatsing van ambtenaren. De OR heeft meerdere keren aangegeven zich niet te kunnen vinden in het voorgenomen besluit maar de gemeente wil de plannen toch doorzetten.
Maastricht, Sittard-Geleen en Heerlen willen de krachten – bijvoorbeeld op het gebied van ICT en personeels-en salarisadministratie – bundelen in één servicecentrum in Heerlen. Ambtenaren in Maastricht zouden daardoor moeten verhuizen naar een pand in Heerlen. De OR heeft op basis van artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) adviesrecht (tools) op belangrijke wijzigingen in de organisatie van een onderneming. De OR heeft geadviseerd om de ambtenaren niet over te plaatsen en ook vakbonden zijn het niet eens met de plannen, maar de gemeente Maastricht slaat het OR-advies in de wind. Daarom stapt de OR nu naar de Ondernemingskamer (tool).
Achterban OR tegen instellen servicecentrum
Een deel van de ambtenaren is niet tevreden over het besluit om een aantal diensten van de drie gemeenten te bundelen. Zij zijn van mening dat een gemeenschappelijk centrum in Heerlen niet leidt tot minder kosten of een betere kwaliteit van dienstverlening. Ook het sociaal plan en de arbeidsvoorwaarden zijn niet naar de zin van de ambtenaren. Deze zijn eenzijdig vastgesteld door de gemeente Maastricht en het nieuwe servicecentrum. Vakbondsleden zouden de vastgestelde regeling bijna unaniem hebben verworpen. Pogingen van de vakbonden om te overleggen met de wethouder personeelszaken zijn op niets uitgelopen.
OK kan bestuurder verplichten besluit in te trekken
De OR probeert nu via de OK het gelijk te halen. Een bestuurder moet een OR altijd om advies vragen bij een adviesplichtig besluit. Als de OR niet ondersteunend adviseert en de bestuurder zijn besluit toch doorvoert, moet hij dat de raad onderbouwd en schriftelijk laten weten. Op dat moment gaat de zogeheten opschortingstermijn van één maand in, waarin de OR in beroep kan gaan bij de OK (artikel 26 WOR). De OK oordeelt of een besluit onredelijk is en heeft de mogelijkheid om de bestuurder te verplichten (een deel van) het besluit in te trekken.