U bent hier

OR & Medezeggenschap
Onbelaste jubileumuitkering mag pas na 25 jaar

Onbelaste jubileumuitkering mag pas na 25 jaar

Zodra een werknemer 25 of 40 jaar in dienst is, mag de werkgever hem eenmalig een onbelaste uitkering van maximaal één maandloon geven. Wat zijn de aandachtspunten bij zo'n diensttijduitkering?

Trouwe dienst moet beloond worden. Daarom is het fiscaal toegestaan om werknemers na 25 dienstjaren een onbelaste diensttijduitkering (tool) te geven. Na 40 dienstjaren mag hij opnieuw zo'n jubileumuitkering krijgen. Deze uitkering hoeft niet direct na het bereiken van het jubileum te worden uitgedeeld. Dit mag ook op een later moment, zolang dit maar ná het 25-jarig jubileum is. Een werknemer die bij 25 jaar dienstverband geen diensttijduitkering heeft gekregen, mag na 40 jaar dus maximaal twee onbelaste maandlonen krijgen.

Welke loonbestanddelen tellen mee voor de diensttijduitkering?

Om de precieze hoogte van de diensttijduitkering te bepalen, is het huidige maandloon van de betreffende werknemer uit kolom 14 van de loonstaat het uitgangspunt; het loon voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen. De salarisadministrateur moet hier de variabele bijzondere beloningen en aanspraken die tot het loon behoren op in mindering brengen. Vervolgens telt hij de volgende posten bij het maandloon op:

  • het werknemersdeel van de pensioenpremie;
  • het werknemersdeel van de premie voor aanspraken die overeenkomen met aanspraken op uitkeringen op grond van de WW, ZW, WAZO en WAO/WIA;
  • het werknemersdeel voor aanspraken op uitkeringen bij overlijden of invaliditeit als gevolg van een ongeval;
  • ingehouden bedragen in plaats van de hiervoor genoemde werknemersdelen;
  • de werknemersbijdrage in de levensloopregeling;
  • 1/12 van de vakantiebijslag;
  • 1/12 van het jaarbedrag aan vaste gegarandeerde bijzondere beloningen.

Diensttijd telt door tijdens vorstverlet

Als uw organisatie werkzaam is in een branche waar niet het hele jaar werk is – bijvoorbeeld bij vorstverlet in de bouw – kunnen er periodes zijn waarin de werknemer een tijdelijke uitkering krijgt. Zolang de werknemer in die periode niet bij een andere werkgever aan de slag gaat, telt de tijdelijke werkloosheid gewoon mee voor de bepaling van de diensttijd.