Nieuwe wetten per 1 januari 2015
02 januari 2015
Met het nieuwe jaar treden er een hoop nieuwe wetten en regelgeving in werking. Veel daarvan hebben betrekking op werknemers en hebben mogelijk gevolgen voor uw achterban. De belangrijkste wetswijzigingen die voor uw OR relevant zijn, vindt u hieronder op een rij.
Sinds 1 januari 2015 zijn de volgende wetten en regels in werking getreden:
- Wet werk en zekerheid: Wijzigingen in het arbeidsrecht.
- In tijdelijke contracten van zes maanden of korter is geen proeftijd meer toegestaan.
- Een concurrentiebeding in tijdelijke contracten is alleen nog toegestaan bij zwaarwegende bedrijfsbelangen.
- Er geldt een aanzegtermijn bij tijdelijke contracten van zes maanden of langer: de werkgever moet uiterlijk één maand voorafgaand aan het einde van het contract schriftelijk laten weten of hij het contract verlengt en onder welke voorwaarden.
- Payrollers hebben dezelfde ontslagbescherming als werknemers die rechtstreeks en/of vast bij u in dienst zijn. Volgens de nieuwe regels mogen deze krachten niet meer ontslagen worden als de payrollovereenkomst wordt opgezegd.
- Participatiewet: Werkgevers moeten banen gaan creëren voor arbeidsbeperkten. Het gaat om 5.000 banen in de periode 2015-2017.
- Wet arbeid en zorg (WAZO): er zijn nieuwe regels voor het bevallings-, kraam-, ouderschaps- en zorgverlof en werknemers kunnen nu één keer per jaar een aanvraag indienen voor het wijzigen van hun contractuele arbeidsduur (eerst was dat één keer per twee jaar).
- Verhoogde AOW-leeftijd: de AOW-leeftijd is gestegen naar 65 jaar en drie maanden.
- Werkkostenregeling (WKR): De werkkostenregeling is verplicht voor alle werkgevers. Het is nu niet meer mogelijk om gebruik te maken van het oude systeem voor vergoedingen en verstrekkingen. De vrije ruimte is 1,2% van de totale fiscale loonsom.
- Versobering pensioenkader: Het opbouwpercentage voor fiscaal vriendelijk pensioensparen zakt van 2,15% naar 1,875% voor middelloonregelingen. Voor eindloonregelingen is het nieuwe opbouwpercentage 1,657%.