U bent hier

OR & Medezeggenschap
Langer wachten op wijzigingen voor de WKR

Langer wachten op wijzigingen voor de WKR

De toekomst van de werkkostenregeling (WKR) is voorlopig nog onduidelijk. Pas op 27 maart – bijna twee maanden later dan de oorspronkelijke planning – komt er opheldering, want dan vindt er overleg over het eventuele uitstel van de invoering van de WKR plaats. Staatssecretaris Weekers van Financiën zal dan waarschijnlijk het uitstel en aanpassing van de WKR aankondigen.

U kon in het bericht ‘Werkkostenregeling toch niet verplicht in 2014’ al lezen dat het ernaar uitziet dat de werkkostenregeling op 1 januari 2014 toch nog niet verplicht wordt voor alle ondernemingen. Staatssecretaris Weekers van Financiën wil eerst een aantal knelpunten in de regeling repareren.

Vergadering over werkkostenregeling uitgesteld

De Tweede Kamerfracties van regeringspartijen VVD en PvdA hebben inmiddels aangegeven dat ze achter de plannen van Weekers voor uitstel van de definitieve invoering staan. De Tweede Kamercommissie voor Financiën zou de toekomst van de WKR op 30 januari bespreken. Deze vergadering werd op het laatste moment verplaatst naar 27 februari en inmiddels is hij opnieuw uitgesteld, nu naar 27 maart.
De verwachting is dat staatssecretaris Weekers in deze bijeenkomst zal aankondigen dat de overgangsregeling langer van kracht blijft. Uw bestuurder mag dan ook na 2013 nog kiezen of hij de oude regels voor vergoedingen en verstrekkingen hanteert of overstapt op de WKR. Ook zal Weekers mogelijk aanpassingen van de regeling presenteren.

WKR is in huidige vorm niet eenvoudiger

Het doel van de werkkostenregeling is steeds geweest om de toepassing en administratie van de regels voor vergoedingen en verstrekkingen te vereenvoudigen. In de huidige vorm schiet de regeling echter zijn doel voorbij: door alle uitzonderingen (in de vorm van gerichte vrijstellingen en nihilwaarderingen) is de WKR eigenlijk nog complexer dan het oude regime.
Een mogelijke oplossing is om het leeuwendeel van de uitzonderingen te laten vervallen en de vrije ruimte flink te verruimen. Alleen intermediaire kosten zijn dan nog onbelast. De rest van de vergoedingen en voorzieningen is belast loon, dat de werkgever bij de werknemer kan belasten of kan onderbrengen in de vrije ruimte.