U bent hier

OR & Medezeggenschap
Hulp bij privacyvraagstuk cameratoezicht

Hulp bij privacyvraagstuk cameratoezicht

Cameratoezicht is en blijft een heet hangijzer. Autoriteit Persoonsgegevens heeft daarom beleidsregels rond cameratoezicht. De voorschriften geven organisaties handvatten voor het spanningsveld tussen cameratoezicht en privacy.

Camera’s zijn een effectief middel om het kantoorpand en bedrijfseigendommen te beveiligen. Maar tegelijkertijd kunnen beveiligingscamera’s inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van de mensen die gefilmd worden. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) komt dan al gauw om de hoek kijken. De belangrijkste regels uit de AVG, voor zover deze van toepassing zijn op cameratoezicht, staan op de website van Autoriteit Persoonsgegevens. Er is ook een korte checklist (pdf) met do’s en dont’s rond cameratoezicht. 

Autoriteit Persoonsgegevens adviseert over cameratoezicht

In de regels staat onder meer dat het inzetten van een camera noodzakelijk moet zijn en wat een organisatie ermee wil bereiken. Ook moeten mensen weten dat zij worden gefilmd, nog voordat de opnames beginnen. Zonder instemming van de ondernemingsraad (OR), kan een organisatie geen cameratoezicht op de werkvloer invoeren. Hoewel er geen aparte privacywetgeving is voor slimme camera’s zoals drones, geeft de Autoriteit Persoonsgegevens enkele tips voor het gebruik van deze specifieke apparaten. Bij sommige slimme camera’s is de kans op privacy-inbreuk juist kleiner, omdat zij pas beginnen met filmen als zij beweging of geluid detecteren.