Geen automatisch recht op flexibele werktijden
Een werknemer die al langere tijd volgens flexibele werktijden werkt, heeft daarmee nog geen recht verworven om deze flexibele werktijden ook in de toekomst aan te houden. Uit een rechtszaak blijkt namelijk dat de flexibele werktijden niet automatisch deel gaan uitmaken van de arbeidsvoorwaarden en dat de werkgever de flexibele werktijden – zeker bij gewijzigde economische omstandigheden – mag terugdraaien.
In deze rechtszaak draaide het om een beleggingsadviseur, die goed functioneerde en ruim anderhalf jaar flexibel werkte vanwege persoonlijke omstandigheden. Zijn werkgever verwachtte dat hij na deze periode weer volgens de tijden in zijn contract ging werken. In de tussentijd vroegen de economische omstandigheden er in de onderneming ook om dat minder mensen hetzelfde werk gingen uitvoeren. Als gevolg hiervan stond de werkgever flexibele werktijden niet langer toe. De werknemer vond echter dat hij hier inmiddels recht op had en stuurde via mediation aan op het behoud van zijn flexibele werktijden. Deze sessies liepen echter op niets uit.
Geen mediation en gewijzigde omstandigheden
Uiteindelijk moest de rechter beslissen. De rechter oordeelde dat hij de werkgever niet kon dwingen tot het meedoen aan mediation, omdat mediation juist gebaseerd is op vrijwilligheid. De rechter was verder van mening dat de flexibiliteit geen onderdeel was geworden van de arbeidsvoorwaarden van de werknemer. De werkgever was namelijk vrij – zeker bij gewijzigde (markt)omstandigheden waardoor er een minimale bezetting op kantoor nodig was – om de touwtjes weer aan te trekken. Omdat de werknemer vanwege de flexibiliteit structureel minder uren was gaan werken dan overeengekomen, stond de werkgever volgens de rechter in zijn recht om de flexibele werktijden ongedaan te maken.
Rechtbank Amsterdam, 21 maart 2013, LJN: BZ5149