Extra WOR-wetgeving over beloning niet nodig
In het initiatiefvoorstel van de PvdA staat dat ondernemingsraden instemmingsrecht krijgen bij regelingen waarbij de gelijke beloning van mannen en vrouwen een rol speelt. Volgens de Raad van State is er echter al genoeg wetgeving om beloningsongelijkheid te voorkomen.
In 2014 kwam PvdA-Kamerlid Keklik Yücil met een initiatiefwetsvoorstel om ondernemingsraden meer rechten te geven om de beloningsverhoudingen tussen mannen en vrouwen in de organisatie op orde te krijgen. Daarover leest u meer in het bericht ‘Instemming OR bij gelijk loon in wetsvoorstel’. Volgens het wetsvoorstel moeten ondernemingsraden de kans krijgen om expliciet te kijken naar de positie van mannen en vrouwen bij beloningen. Ontdekt de OR dat er verschillen zijn, dan kunnen de OR en de bestuurder afspraken maken om dat aan te pakken.
Beloningsverschillen in jaarverslag
In het initiatiefvoorstel staat ook dat bestuurders de plicht krijgen om de OR te informeren over beloningsverhoudingen tussen mannen en vrouwen. De bestuurder moet in het jaarverslag aangeven hoe groot deze verschillen zijn en daarover een verklaring geven. Ook moet er een toelichting staan over wat er wordt gedaan om gelijke beloningen te realiseren.
Huidige wetgeving voldoet bij voorkomen beloningsverschillen
De Raad van State ziet echter weinig noodzaak in het initiatiefvoorstel. In het advies van de Raad staat namelijk dat er al voldoende wetgeving is om beloningsverschillen te voorkomen. Zo kan iemand naar het College voor de Rechten van de Mens en eventueel naar de rechter stappen om over ongelijke beloning te oordelen. Ook geldt het instemmingsrecht van de OR al wel bij een beloningssysteem (artikel 27 lid 1 WOR). Ten slotte is het de vraag of de OR over dit onderwerp – zonder toegang tot bepaalde privacygevoelige informatie van werknemers – wel objectief tot een oordeel kan komen over de oorzaken van de verschillen in beloning.
Reactie op advies van de Raad van State
Initiatiefneemster Yücil geeft in reactie op het advies van de Raad van State aan dat ongelijke beloningen vaak onbewust ontstaan. Juist omdat er geen kwade bedoelingen zijn, zullen vrouwen zich niet snel wenden tot de wettelijke regelingen en mogelijkheden. Om die reden is het belangrijk om het toezicht te verstevigen.