Eerder stoppen met werken vanwege risico’s gezondheid
Werknemers die fysiek zwaar of onveilig werk doen, stoppen vrijwillig eerder met werken omdat de arbeidsomstandigheden risicovol zijn. Zij zijn bang dat langer doorwerken gevolgen heeft voor hun gezondheid.
Het overheidsbeleid is erop gericht om duurzame inzetbaarheid en langer doorwerken te stimuleren. Dat lijkt te lukken, want meer mensen werken langer door. Dat komt echter vooral door een toenemende arbeidsparticipatie van oudere vrouwen, en minder afkeuringen en vervroegde uittredingen. Uit promotieonderzoek (samenvatting) van Bert Breij aan de Vrije Universiteit van Amsterdam blijkt dat gezonde, ervaren technici juist eerder stoppen met werken. Dit uit angst dat zij de pensioengerechtigde leeftijd niet gezond zullen halen.
Effect arbeidsomstandigheden op gezondheid
Breij deed onderzoek naar de motieven voor vroegpensioen en ontdekte dat vooral oudere laag en middelbaar opgeleide technici vrijwillig eerder stoppen met werken. Dat doen ze omdat ze zich bedreigd voelen door hun huidige arbeidsomstandigheden. Die zouden niet goed zijn voor hun gezondheid. Een beroepsziekte of uitval door andere oorzaken kan een vervelend einde van een loopbaan betekenen. Op het moment van stoppen waren deze werknemers gezond, inzetbaar en hielden ze van hun vak.
Geen definitie voor zware beroepen
Door de vergrijzing en het opschuiven van de AOW-leeftijd moeten werknemers langer doorwerken. Werknemers die arbeid verrichten met een zware fysieke arbeidsbelasting (tool) zijn daar misschien niet toe in staat. Door gezonde en veilige arbeidsomstandigheden en preventie kunnen werkgevers voorkomen dat gezonde vakmensen vroegtijdig stoppen. De overheid en sociale partners zoeken naar manieren om mensen in zware beroepen te ontlasten. Onlangs nog strandde een poging omdat geen definitie kon worden bepaald van ‘zware beroepen’.