Doek valt voor onbelaste reiskostenvergoeding
Het bezuinigingsakkoord van de Kunduzcoalitie heeft een hoop voeten in de aarde. Zo is een belangrijke maatregel de afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding. Zowel de werkgevers als de werknemers zullen de gevolgen van deze, maar ook de andere bezuinigingen voelen. Maar wat houdt de afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding nu precies in? En belangrijker nog: wat zijn de gevolgen?
Zoals u heeft kunnen lezen in het bericht ‘Bezuinigingsakkoord bevat scherpe maatregelen’ staat er een aantal bezuinigingsmaatregelen voor de deur. Eén daarvan is de afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding. Hierdoor mag de bestuurder de € 0,19 per kilometer voor het woon-werkverkeer van de werknemers niet meer onbelast vergoeden. Ook kan hij de werkelijke kosten voor gebruik van openbaar vervoer niet meer onbelast vergoeden. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Financiën blijft de onbelaste vergoeding voor dienstreizen met de eigen auto wel bestaan.
Denk aan het vrije deel in de WKR
De werknemers kunnen nog steeds een vergoeding krijgen, maar deze werkgeversbijdrage moet de bestuurder dan wel tot het loon van de werknemer rekenen. En dat betekent simpel gezegd minder salaris, want de werknemer moet dan belasting betalen over zijn reiskostenvergoeding. Om dat te voorkomen, moet de werkgever ervoor kiezen om zelf op te draaien voor de loonheffingen over de reiskostenvergoeding. Het is ook mogelijk om de reiskostenvergoeding op te nemen in het vrije deel van de werkkostenregeling (WKR). Ga daarom eens op tafel met uw bestuurder om te bekijken hoe dit voor de organisatie uitpakt.
Let op uitvoering arbeidsvoorwaarden
Aangezien het hier niet om een beloningssysteem, maar om een onkostenvergoeding gaat, heeft uw OR vanuit de Wet op de ondernemingsraden (WOR) in principe geen instemmingsrecht. Uw OR moet wel in de gaten houden of de arbeidsvoorwaarden goed worden uitgevoerd. Toch is het wel mogelijk dat uw OR betrokken wordt bij dit onderwerp.