Discriminatie van zwangere vrouw is verboden
Het is verboden om onderscheid te maken op grond van geslacht en daarom mag een werkgever een zwangere vrouw niet discrimineren. Toch blijkt uit onderzoek van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) dat maar liefst 45% van de zwangere vrouwen hier wel mee te maken heeft. Een speciale taak van uw OR is om te waken tegen discriminatie.
Met behulp van de resultaten van het onderzoek wil de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) de bewustwording van discriminatie bij werkgevers en werknemers verhogen. Zwangere vrouwen lopen bijvoorbeeld het risico dat hun arbeidsovereenkomst op het laatste moment niet wordt getekend of dat deze wordt gewijzigd. Dit is het geval bij gemiddeld 38% van de zwangere vrouwen, maar onder laagopgeleide vrouwen ligt het percentage zelfs op 67%. Andere negatieve gevolgen voor de zwangere vrouwen zijn: het niet verlengen van tijdelijke contracten, promoties die niet doorgaan of de eigen taken niet terugkrijgen na de zwangerschap. Toch dient slechts 10% een klacht in. Een reden hiervoor is dat de vrouwen de goede relatie met de werkgever niet op het spel willen zetten.
Arbowet en WOR tegen discriminatie
Volgens artikel 28 lid 3 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) is het de taak van de OR om eventuele discriminatie goed in de gaten te houden. Bovendien is het verbod op discriminatie opgenomen in de Arbowet. In overleg met uw arboprofessional moet uw OR de risico’s in kaart brengen en eventueel een preventieplan opstellen. Gebeurt dit niet, dan kan uw werkgever een boete verwachten van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De vervelende situaties waarin uw achterban terecht kan komen, wilt u natuurlijk ook liever vermijden.