U bent hier

OR & Medezeggenschap
Bezuinigingsakkoord bevat scherpe maatregelen

Bezuinigingsakkoord bevat scherpe maatregelen

Na de val van het kabinet kreeg demissionair minister De Jager van Financiën de taak om samen met de fracties een bezuinigingspakket samen te stellen. Dat is hem gelukt, hij heeft inmiddels voldoende steun in de Tweede Kamer voor het bezuinigingsakkoord. Zo gaat de AOW-leeftijd volgend jaar al met één maand omhoog en staan er nog tal van andere wijzigingen op stapel.

Vanaf volgend jaar gaat de AOW-leeftijd met één maand omhoog. In de jaren daarna wordt deze in stappen verder verhoogd, zodat de AOW-leeftijd in 2019 naar 66 jaar en uiterlijk in 2024 naar 67 jaar is gestegen. Na 2024 wordt de AOW-leeftijd aan de levensverwachting gekoppeld. Daarmee gaat de AOW-leeftijd sneller omhoog dan in het Pensioenakkoord was afgesproken, maar niet zo snel als de onderhandelaars in het Catshuis voor ogen hadden. Zij hadden de AOW-leeftijd al in 2015 naar 66 jaar willen laten stijgen. Nadat de onderhandelingen met de PVV in het Catshuis waren stukgelopen, moest demissionair premier Rutte in de Tweede Kamer steun zoeken bij andere partijen voor de extra bezuinigingsmaatregelen (pdf). Die extra bezuinigingen zijn nodig om te voldoen aan de Europese eis om het begrotingstekort te beperken tot 3%.

Bezuinigingen raken werknemers en werkgevers

Behalve de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd kunnen een aantal andere maatregelen uit het bezuinigingspakket directe consequenties hebben voor uw werkgever of uw achterban, namelijk:

  • In 2014 gaat de pensioenleeftijd voor aanvullend pensioen naar 67 jaar. De maximale opbouwpercentages worden naar beneden aangepast.
  • Het budget dat was gereserveerd voor de aanvullende werkbonus voor 58-plussers met een inkomen rond het minimumloon wordt ingetrokken. Het budget voor arbeidsmarktmobiliteit neemt na 2013 niet verder toe.
  • De WW-premie voor werkgevers gaat in 2013 tijdelijk omhoog. Vanaf 2014 gaan werkgevers de eerste zes maanden van de WW-uitkering betalen. De hoogte en de duur van de WW-uitkering veranderen niet.
  • Ontslagvergoedingen worden beperkt. Het resterende deel van de ontslagvergoeding wordt ingezet voor (om)scholing en voor werk-naar-werktrajecten.
  • Het loon van ambtenaren (politie en onderwijs, exclusief de zorg) wordt voor 2012 en 2013 bevroren; de zogenoemde ‘nullijn’. Wel komt er extra geld om de kwaliteit van leraren te versterken. Loonstijgingen in het bedrijfsleven worden ontmoedigd: loonstijgingen worden belast tegen een hoger marginaal tarief.
  • Hogere inkomens (inclusief bonussen) worden in 2013 tijdelijk extra belast met een werkgeversheffing, het zogenoemde ‘crisistarief’. Ook de werkgeversheffing op excessieve vertrekbonussen wordt verhoogd van 30% naar 75%.
  • De onbelaste reiskostenvergoeding wordt afgelast, inclusief het onbelaste privégebruik van lease-auto’s.

Mogelijk begrotingstekort van 4,5%

In het Regeerakkoord was de verwachting nog dat Nederland in 2012 een begrotingstekort zou hebben van minder dan 3%. In de tussentijd is de economische situatie echter verslechterd. Als er op zeer korte termijn niet flink wordt bezuinigd, kan het begrotingstekort dit jaar oplopen naar 4,5%. Het demissionaire kabinet heeft daarom in de Tweede Kamer steun gezocht voor extra bezuinigingsmaatregelen, zodat ons land aan de begrotingsnorm van Brussel kan voldoen.
De precieze invulling van de plannen – zoals tarieven en bedragen – is nog niet bekend. Na het meireces gaan de Eerste en Tweede Kamer hierover in overleg. We houden u op de hoogte!