U bent hier

OR & Medezeggenschap
Adviesrecht OR: wijziging van bevoegdheden

Adviesrecht OR: wijziging van bevoegdheden

Een reorganisatie betekent niet altijd een verandering van werkzaamheden. Een wijziging van de structuur of bevoegdheden is ook al een reorganisatie. Daarvoor moet de bestuurder de OR om advies vragen.

Een OR heeft adviesrecht (tools) op een wijziging van bevoegdheden als deze ‘belangrijk’ zijn. Denk aan structuurwijzigingen, een herverdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen het management, een wijziging van de statuten bij een stichting of vereniging of het (niet langer) kiezen van een raad van commissarissen.

OR heeft ook adviesrecht bij proef of pilot

Een veelgehoord argument van  bestuurders om bij wijziging van bevoegdheden geen advies te vragen aan de OR, is dat het slechts een experiment, pilot of proef betreft. De OR krijgt dan een adviesaanvraag als dat de proef een succes is. Een OR doet er goed om in een geval als dit de bestuurder kritisch te ondervragen en betrokkenheid bij ‘de proef’ te eisen. De bestuurder voert de proef immers uit om te zien of het succesvol genoeg is om op grotere schaal door te voeren. Spreek daarom met de bestuurder af dat hij de OR goed en volledig informeert over de resultaten van de pilot. Stel duidelijke criteria op om het succes van de proef te kunnen beoordelen. Die criteria helpen de OR om in een later stadium tot een advies te komen. Uit rechtspraken blijkt dat een besluit – en dit geldt ook voor pilots – adviesplichtig  is, zodra de verandering:

  • onomkeerbaar is; of
  • grote gevolgen heeft voor het betrokken personeel; of
  • automatisch tot een blijvende invoering kan leiden.

Minder bevoegdheden door herverdeling taken

Als het voorgenomen besluit van de bestuurder leidt tot nieuwe functieomschrijvingen, veranderen waarschijnlijk de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de werknemers. Een OR moet vooral alert zijn als de bestuurder verantwoordelijkheden wil centraliseren of een nieuwe managementlaag wil creëren. Vaak leidt dit voor werknemers tot een andere invulling van hun functie en takenpakket. Zo kan het zijn dat ze minder verantwoordelijkheid en bevoegdheden krijgen en meer uitvoerende taken wat ook weer gevolgen kan hebben voor hun beoordeling en beloning.