Adviesrecht OR: het klassieke advies
Bij belangrijke voorgenomen besluiten moet de bestuurder tijdig advies vragen aan de ondernemingsraad (OR). Volgens de letter van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) hoeft de OR pas in te stappen als hij een adviesaanvraag krijgt. Bij dit ‘klassiek adviseren’ laat de OR echter kansen liggen om invloed uit te oefenen op de besluitvorming.
Er is sprake van klassiek adviseren als de OR pas het adviestraject instapt op het moment dat de bestuurder de raad een adviesaanvraag voorlegt (artikel 25 WOR). De bestuurder heeft in dat geval al overlegd met diverse partijen, zoals de financiële afdeling, HR en de arboprofessional(s), en de OR krijgt een kant en klaar voorstel aangereikt waarin de kernvragen uit lid 3 van artikel 25 al zijn uitgewerkt:
- Wat zijn de motieven?
- Wat zijn de gevolgen voor de werknemers?
- Hoe worden eventuele negatieve personele gevolgen opgevangen?
Er is op dat moment dus nog maar sprake van één optie die tot in detail is uitgewerkt.
Helder OR-advies met inhoudelijke kanttekeningen
De OR beoordeelt op deze manier een uitgewerkt plan van de bestuurder en kan hem daarover een goed onderbouwd advies met inhoudelijke kanttekeningen aanbieden. Deze kanttekeningen kunnen de kern van het advies vormen. Daarmee laat de OR zien dat hij goed met de bestuurder meedenkt en opent hij de weg voor verder overleg met de bestuurder. De OR moet er daarom voor zorgen dat het OR-advies helder is (tool). De kanttekeningen mogen geen vragen bevatten. Bevat de adviesaanvraag onduidelijkheden, dan moet de bestuurder hier uitleg over geven voordat de OR advies uitbrengt.
OR kan speelruimte bij adviesrecht vergroten
Klassiek adviseren past goed bij een toetsende en meer afwachtende OR. De keerzijde is echter dat de bestuurder zijn voorgenomen besluit dan al heeft uitgedacht en uitgewerkt. Hij weet precies wat hij wil en hoe hij dit wil aanpakken. Ook eventuele alternatieven heeft hij al beoordeeld en verworpen. De kans dat de bestuurder in deze fase nog een alternatief van de OR in overweging wil nemen, is klein.
De OR kan zijn speelruimte vergroten door vroegtijdig bij de bestuurder aan te geven dat hij eerder in het besluitvormingsproces betrokken wil worden. De OR kan hierover al aan het begin van zijn zittingstermijn afspraken maken met de bestuurder. Ook het artikel 24-overleg (tool) is een goed moment voor de OR om zijn rol in het besluitvormingsproces op te eisen. Dan moet de bestuurder immers met de OR bespreken welke adviesplichtige en instemmingsplichtige besluiten eraan zullen komen. Ook moet hij daarbij met de OR afspreken hoe de raad daarbij betrokken zal zijn. Hoe eerder de OR erbij betrokken is, des te beter kan hij belangrijke besluiten beïnvloeden en des te meer draagvlak zal er uiteindelijk zijn voor het besluit.
Meer lezen over het uitbrengen van advies? Zie ook Adviesrecht OR & ...:
basisregels voor adviesrecht
het uitbrengen van advies
het advies in fasen
advies per ondernemingsovereenkomst
na het advies
Of bekijk de toolbox Stroomlijn het adviesrecht van de OR voor meer informatie over het uitbrengen van OR-advies.