Adviesrecht OR bij investeringen en kredieten
De bestuurder is verplicht om de ondernemingsraad (OR) om advies te vragen als hij een belangrijke investering wil doen of een belangrijk krediet wil aantrekken voor de organisatie. Ook als de bestuurder een grote som geld beschikbaar wil stellen aan een andere organisatie heeft de OR adviesrecht.
Het adviesrecht van de ondernemingsraad is vastgelegd in artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Het adviesrecht bij belangrijke investeringen en kredieten geldt in vier situaties. De bestuurder wil:
- een belangrijke investering doen in de eigen organisatie (artikel 25, lid 1h WOR);
- een belangrijk krediet aantrekken voor de eigen organisatie (artikel 25, lid 1i WOR);
- een belangrijk krediet aantrekken voor een andere organisatie (artikel 25, lid 1j WOR);
- garant staan voor belangrijke schulden van een andere organisatie (artikel 25, lid 1j WOR).
De twee laatste situaties zijn niet adviesplichtig als ze behoren tot de normale bedrijfsvoering van de organisatie. Denk aan een bank die hypotheken verstrekt.
OR heeft niet altijd adviesrecht op investeringen
Bij een investering legt een organisatie voor lange tijd geld vast in een duurzaam bedrijfsmiddel, zoals grond, gebouwen of apparatuur. De bestuurder is wettelijk verplicht om de OR om advies te vragen bij een voorgenomen ‘belangrijk(e)’ investering of krediet. Of hij de OR om advies moet vragen, hangt dus vooral af van de hoogte van de investering ten opzichte van het organisatievermogen, en van de gevolgen ervan. Geld dat de bestuurder investeert, is namelijk niet meer beschikbaar voor andere activiteiten en kan op termijn dus negatief uitpakken voor de organisatie. De OR moet dus letten op de mogelijke effecten van een investering op de organisatie (artikel). Alleen als alle financiële gevolgen bekend zijn, kan de OR de investering of het krediet goed beoordelen (tool).
Waarom heeft de organisatie een belangrijk krediet nodig?
De OR die van de bestuurder een adviesaanvraag voor een belangrijk krediet krijgt, doet er goed aan om zich te verdiepen in de voorwaarden van de kredietverstrekker. Met het krediet gaat de organisatie immers langdurige financiële verplichtingen aan en wordt zij hierdoor tot op zekere hoogte financieel afhankelijk van de kredietverstrekker. Het is dan ook relevant om te weten wat de motieven van de bestuurder zijn om krediet aan te vragen. Gaat het om een uitbreiding van het werkgebied of van de werkzaamheden, zijn er nieuwe technologische ontwikkelingen waarin de bestuurder wil investeren om bijvoorbeeld de concurrentiepositie te versterken of verkeert de organisatie misschien in financiële nood?
OR heeft niet voor niets adviesrecht bij investering of krediet
Ook de wetgever zal zo'n belangrijk besluit alleen acceptabel vinden als de OR daar zijn zegje over heeft gedaan en de bestuurder daar ook rekening mee heeft gehouden. Een adviesaanvraag voor een belangrijke investering of krediet vraagt dus om een doortastende opstelling van de OR. In de praktijk geeft de adviesaanvraag vaak aanleiding om met de bestuurder verder te praten over de financiële plannen op de langere termijn. Wees erop alert dat daar ook nieuwe advies- of instemmingsplichtige onderwerpen uit kunnen rollen.