Advies OR ook bij tijdelijke aanstelling bestuurder
De ondernemingsraad (OR) heeft adviesrecht bij de benoeming van een bestuurder, ook als het om een tijdelijke aanstelling gaat. De Raad van Commissarissen (RvC) van Caparis verzuimde om de OR om advies te vragen bij benoeming van een interim-bestuurder, waarop de OR naar de rechter stapte.
Artikel 30 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) schrijft voor dat de ondernemer een adviesaanvraag (tool) over het ontslag of de aanstelling van een nieuwe bestuurder tijdig voorlegt aan de OR, zodat hij nog invloed heeft. De RvC van Caparis vroeg de OR om nog diezelfde dag input te geven voor een profielschets van een interim-bestuurder. De OR vroeg om uitstel, maar twee dagen later liet de RvC de OR weten dat de functie was vervuld. De ondernemingsraad wees de RvC op het adviesrecht, maar die was ervan overtuigd dat dat in deze situatie niet gold.
Benoeming interim-bestuurder niet ingetrokken
De OR stapte daarop naar de rechter met het verzoek om de benoeming in te trekken. De rechter oordeelde dat het adviesrecht in deze situatie inderdaad van toepassing was, maar hij kon de benoeming niet nietig verklaren. De WOR geeft de OR namelijk wel adviesrecht, maar niet het recht om een beslissing ongedaan te laten maken, als dat advies niet is ingewonnen. De OR had de rechter alleen gevraagd om te bevestigen dat het adviesrecht van toepassing was. Hij vroeg niet of de rechter alsnog een adviesverzoek kon afdwingen.
OR moet wezenlijke invloed kunnen uitoefenen
De bestuurder moet tijdig een adviesaanvraag voorleggen aan de OR. Dat houdt in het geval van een nieuwe bestuurder in dat de OR kan adviseren over de profielschets en over meerdere kandidaten. De OR kan een ‘wezenlijke invloed’ uitoefenen als zij met minimaal twee kandidaten in gesprek kan gaan.
Rechtbank Noord-Holland, 10 augustus 2016, ECLI (verkort): 3692.