Ook zieke heeft recht op vier weken vakantie

Iedere fulltime werknemer heeft volgens de Europese richtlijn 2003/88/EG jaarlijks recht op vier weken vakantie met behoud van loon. Het Europese Hof van Justitie oordeelde onlangs dat de lidstaten niet onafhankelijk voorwaarden mogen stellen aan het wettelijke recht op vakantie. Voor de bovenwettelijke vakantiedagen mogen de lidstaten wel van de richtlijn afwijken.

In Frankrijk is er een wettelijke regel die bepaalt dat een werknemer pas recht heeft op jaarlijkse vakantie met behoud van loon als de werknemer in een jaar minimaal tien dagen voor dezelfde werkgever heeft gewerkt. Een Franse werkneemster kreeg in 2005 een ongeval terwijl ze op weg was naar haar werk. De vrouw raakte hierdoor arbeidsongeschikt en was van november 2005 tot januari 2007 met ziekteverlof. Haar werkgever vond dat zij geen recht had op vakantie over de periode waarin zij ziek was. Hij verwees hierbij naar de Franse regelgeving, waarin staat dat er alleen recht op vakantie bestaat als een werknemer in een jaar minstens tien dagen heeft gewerkt.

Vakantie niet afhankelijk van gewerkte dagen

De werkneemster stapte vervolgens naar de rechter. Volgens haar was het ongeval tussen haar huis en het werk een arbeidsongeval, waardoor de regeling voor arbeidsongevallen van toepassing was. Dit zou betekenen dat voor de berekening van vakantiedagen de periode na het ongeval moest worden aangemerkt als daadwerkelijke arbeidstijd.
Het Europese Hof van Justitie oordeelde dat het recht op vier weken betaalde vakantie niet afhankelijk mag zijn van het aantal gewerkte dagen. Het maakt in dat geval niet uit of er sprake is van een (arbeids)ongeval of ziekte.
Europese Hof van Justitie, 24 januari 2012, C-282/10