Wijziging schenkbelasting maakt inspecteur weer bevoegd
Het kabinet scherpt de wettekst over de aangifte in de schenkbelasting aan. Op basis van de huidige tekst zouden belastingplichtigen kunnen betogen dat de fiscus niet bevoegd is om een aanslag op te leggen. En dat kan niet de bedoeling zijn.
In principe werkt het zo dat de termijn voor het opleggen van een navorderingsaanslag (tool) ingaat op het moment dat de belastingschuld is ontstaan. Of wanneer deze geacht is te zijn ontstaan. Maar de schenkbelasting kent een paar uitzonderingen op die algemene spelregels. Eén van die uitzonderingen houdt in dat wanneer de ontvanger van de schenking (tool) te laat aangifte heeft gedaan, de termijn pas ingaat op de dag nadat die aangifte is ingediend.
Verlopen aanslagtermijn vanwege late aangifte
Aan die uitzondering wil het kabinet nu gaan sleutelen. Want het gebeurt soms dat de inspecteur geen uitnodiging tot aangifte doet, en de aangifte schenkbelasting pas vele jaren ná de schenking wordt gedaan. Dan zou het kunnen dat de maximale aanslagtermijn al is verlopen. En dan zou een belastingplichtige kunnen betogen dat de inspecteur helemaal niet bevoegd is om een aanslag op te leggen, zo staat te lezen in de Prinsjesdagstukken.
Aanslagtermijn start één dag na aangifte
Het kabinet vindt dat ‘onwenselijk’ en past dus de tekst in de Successiewet aan. Voortaan is het zo dat als de aangifte meer dan vier maanden ná afloop van het kalenderjaar waarin de schenking is gedaan wordt ingediend, de aanslagtermijn begint te lopen op de eerste dag nadat de aangifte is ingediend. Op die manier ‘verloopt’ de aanslagtermijn dus niet meer. Het voorstel is om de wijzigingen zo snel mogelijk te laten ingaan.