Wet flexibel werken is toch nog niet definitief
De Eerste Kamer heeft de Wet flexibel werken goedgekeurd. Dat betekent echter nog niet dat de wet meteen van kracht kan worden. Omdat het een initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamer betreft, moet eerst de ministerraad zich er nog over buigen.
Het is de bedoeling dat de Wet flexibel werken in de plaats van de Wet aanpassing arbeidsduur (WAA) komt. Onder de WAA mogen werknemers één keer per jaar een verzoek indienen om hun arbeidsduur aan te passen, bijvoorbeeld van 28 naar 24 uur per week. Dit blijft onder de Wet flexibel werken zo. Nieuw is dat de wet ook regelt dat werknemers zo’n verzoek kunnen indienen als zij hun werktijden willen wijzigen (bijvoorbeeld van 10.00 tot 14.00 uur in plaats van 08.00 tot 12.00 uur) of op een andere plaats willen werken. De werknemer moet wel minimaal een half jaar in dienst zijn om dit verzoek in te mogen dienen.
Afwijzen mag alleen bij zwaarwegend bedrijfsbelang
In het bericht 'Tweede Kamer stemt in met Wet flexibel werken' kon u eerder lezen dat uw onderneming het verzoek van een werknemer om andere werktijden alleen mag afwijzen als u daarvoor een zwaarwegend bedrijfsbelang heeft. Voor het afwijzen van een verzoek om op een andere plaats te werken heeft u geen zwaarwegend bedrijfsbelang nodig, maar u moet de afwijzing wel kunnen motiveren. Alleen aangeven dat dit de gebruikelijke gang van zaken in uw onderneming is, is niet voldoende.
Initiatiefwetsvoorstel moet nog langs ministerraad
De Wet flexibel werken geldt alleen voor ondernemingen met meer dan tien werknemers. Omdat het gaat om een initiatiefwetsvoorstel, moet de ministerraad zich nog over het wetsvoorstel buigen. Het is dus nog niet zeker dat de wet ook daadwerkelijk in werking zal treden.