Wet arbeidsmarkt in balans: uitzondering voor seizoenswerk
Bij de stemming over het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in balans (WAB) zijn een aantal amendementen en moties aangenomen. Zo komt er onder meer een uitzondering op de nieuwe regels voor oproepkrachten voor seizoenswerkers.
Nu het voorstel voor de WAB is goedgekeurd door de Tweede Kamer, gaat het voorstel door naar de Eerste Kamer. Bij de stemming over het wetsvoorstel zijn er echter wel een aantal wijzigingen in de WAB aangebracht. De grootste wijziging is dat de nieuwe proeftijdregels uit het wetsvoorstel zijn geschrapt. Maar ook voor seizoenswerkers is er iets aangepast in de wet. De wijziging geldt voor functies die als gevolg van ‘klimatologische of natuurlijke omstandigheden’ hoogstens negen maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend (denk bijvoorbeeld aan functies in de land- en tuinbouw). Voor deze werknemers is geregeld dat in de cao afgeweken kan worden van de regels uit de WAB voor oproepkrachten. Het gaat hier om:
- de verplichting om oproepkrachten na een jaar een contract te bieden met een vaste arbeidsomvang;
- de verplichting om een oproepkracht minimaal vier dagen van tevoren op te roepen en de verplichting om loon te betalen over de uren waarvoor de werknemer was opgeroepen als de werkgever de arbeidstijden van de oproep wijzigt of de oproep afzegt.
In de cao kan dus zijn bepaald dat bovenstaande regels niet van toepassing zijn op deze groep seizoenswerkers. De functies waarvoor dit geldt, moeten dan wel in de cao beschreven zijn.
Tegemoetkoming in de loonkosten voor BBL-plekken
Bij de WAB is ook een motie aangenomen waarin de Kamer de regering verzoekt in gesprek te blijven met de sociale partners over specifieke knelpunten die de WAB oplevert voor seizoenswerk. Daarnaast wil de regering aan de sectoren landbouw, horeca en recreatie de komende vijf jaar jaarlijks € 12 miljoen beschikbaar stellen voor een tegemoetkoming in de loonkosten voor plekken in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL).