Werknemer hoeft ouderschapsverlof niet te verantwoorden
Werknemers met jonge kinderen hebben het recht om ouderschapsverlof op te nemen. Werkgevers moeten een verzoek om ouderschapsverlof accepteren. Een motivatie voor de aanvraag is niet verplicht.
Een werknemer heeft veel vrijheid bij de opname van ouderschapsverlof. Het verlofrecht – dat de werknemer voor elk kind verkrijgt – is te gebruiken tijdens de eerste zeven levensjaren van een kind. Op welk moment de werknemer het verlof opneemt, mag hij in principe zelf beslissen. Ook hoeft hij de opname niet te verantwoorden tegenover zijn werkgever; de werkgever heeft geen recht op uitleg van de werknemer over de reden van de verlofopname of over de activiteiten die hij tijdens het verlof wil gaan ondernemen. De werknemer kan het verlof bij wijze van spreken ook benutten om op reis te gaan of een opleiding te volgen. De werkgever mag geen eisen stellen aan de tijdsbesteding van het ouderschapsverlof.
Wel voorwaarden voor verlofaanvraag
Wel staan er in de wet voorschriften voor de manier waarop de werknemer een aanvraag voor ouderschapsverlof moet doen. De werknemer dient de aanvraag uiterlijk twee maanden voor de gewenste ingangsdatum in bij de werkgever (tenzij de cao een andere termijn bevat). In de aanvraag vermeldt hij in welke periode hij het verlof wil opnemen, voor hoeveel uur per week en de spreiding van de verlofuren. Tot vier weken voor de geplande ingangsdatum van het verlof kan de werkgever na overleg met de werknemer de periode, het aantal uur per week of de spreiding wijzigen.
Ontslag wegens ouderschapsverlof verboden
Wil de werknemer niet meewerken aan de wijziging, dan heeft de werkgever een ‘zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang’ nodig om deze door te mogen voeren. Daar is niet snel sprake van. Om de werknemer te beschermen tegen mogelijke sancties van de werkgever, is wettelijk geregeld dat de werkgever hem niet mag benadelen vanwege het benutten van het ouderschapsverlof (tool).