Voorwaarden LKV arbeidsgehandicapten aangescherpt
Als een werkgever voor een arbeidsgehandicapte werknemer een loonkostenvoordeel (LKV) wil ontvangen, moet er voldaan zijn aan een aantal voorwaarden. Eén van die voorwaarden is aangescherpt in de tweede editie van de Nieuwsbrief Loonheffingen 2018.
In de tweede editie van de Nieuwsbrief Loonheffingen staat dat een arbeidshandicapte werknemer moet voldoen aan zes voorwaarden om de werkgever in aanmerking te laten komen voor het loonkostenvoordeel voor deze doelgroep. Vijf voorwaarden waren al bekend en luiden als volgt:
- De werknemer is verzekerd voor één of meer werknemersverzekeringen.
- De werknemer heeft de AOW-leeftijd (tool) nog niet bereikt.
- De werknemer is in de zes maanden vóór hij in dienst komt, niet bij diezelfde werkgever in dienst geweest.
- De werkgever heeft een doelgroepverklaring voor de werknemer waaruit blijkt dat de werknemer aan de voorwaarden voldoet.
- In de loonaangifte geeft de werkgever aan dat hij het loonkostenvoordeel ‘arbeidsgehandicapte werknemer’ wil aanvragen.
Laatste voorwaarde aangescherpt
Eén voorwaarde is in de tweede editie van Nieuwsbrief Loonheffingen 2018 gewijzigd. Die laatste voorwaarde luidt nu:
- De werknemer voldoet aan één van de volgende eisen:
- De werknemer had in de kalendermaand vóór hij bij de organisatie dienst kwam, recht op een WIA-uitkering of op een Europese uitkering met hetzelfde doel.
- De werknemer had vóór 1 januari 2006 recht op een WAO- of WAZ-uitkering en was daarom arbeidsgehandicapt op grond van de Wet REA. In de kalendermaand voordat hij bij u in dienst kwam, zou hij om dezelfde reden arbeidsgehandicapt in de zin van de Wet REA zijn geweest als de Wet REA niet per 2006 was ingetrokken.
- De werknemer komt bij de werkgever in dienst binnen vijf jaar na de dag waarop de wachttijd is geëindigd, en voldoet aan de volgende voorwaarden:
- UWV heeft in een arbeidskundig onderzoek vastgesteld dat de werknemer op de eerste dag na afloop van de wachttijd van de WIA voor minder dan 35% arbeidsongeschikt was en niet in staat zijn eigen of ander passend werk te doen bij de werkgever bij wie hij toen nog in dienst was.
- De werknemer was 11 weken voor het einde van de wachttijd van de WIA (of van het tijdvak van de verlengde loondoorbetalingsverplichting) nog in dienst bij dezelfde werkgever als toen hij ziek werd.
Vergelijkbare voorwaarden bij herplaatsing
Voor het herplaatsen van een arbeidsgehandicapte werknemer gelden grofweg dezelfde voorwaarden. Alleen voorwaarde 3 en het laatste onderdeel van voorwaarde 6 zijn dan niet van toepassing. In dat geval moet de werkgever uiteraard in de loonaangifte aangeven dat hij de LKV ‘herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer’ wil aanvragen. Van herplaatsing is sprake als een arbeidsgehandicapte werknemer weer (gedeeltelijk) voor de organisatie gaat werken. Of dat in zijn eigen functie is of een andere, is niet van belang.