Vijf keer loonbelasting in Overige fiscale maatregelen 2018
In het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2018 – dat op Prinsjesdag werd gepresenteerd – staan vijf maatregelen die consequenties hebben voor de loonbelasting. Werkgevers moeten per 1 januari 2018 hun administratie op een deel van deze maatregelen aanpassen.
De Overige fiscale maatregelen 2018 (tool) bestaan uit allemaal relatief kleine wijzigingen in verschillende wetten. Het wetsvoorstel wijzigt onder meer de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA). De maatregelen in de Overige fiscale maatregelen 2018 verlichten in veel gevallen de administratieve lasten voor uw organisatie, maar hebben amper financiële gevolgen.
Beoogde ingangsdatum is 1 januari 2018
De maatregelen uit het wetsvoorstel moeten per 1 januari 2018 ingaan. Daarvoor geldt wel – net als voor alle Prinsjesdagstukken – dat de Tweede en Eerste Kamer er nog mee moeten instemmen. Voor de loonbelasting staan de volgende wijzigingen op stapel:
- Er komt een einde aan de fictieve dienstbetrekking voor niet-uitvoerende bestuurders van een beursgenoteerde vennootschap.
- De doelgroep van de alleenstaande ouderenkorting voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen wordt uitgebreid.
- Voorwaardelijke aandelenopties gaan meetellen voor de pseudo-eindheffing over excessieve vertrekvergoedingen.
- De toepassing van heffingskorting wordt voor buitenlandse werknemers beperkt.
- Organisaties hoeven nog maar één keer per jaar een mededeling te doen over hun S&O-verklaringen.