Vergoeding bij onterecht ontslag gematigd
Een rechter kan een verzoek voor de doorbetaling van loon bij kennelijk onredelijk ontslag matigen als dat verzoek onaanvaardbare gevolgen heeft voor de werkgever. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als de resterende looptijd van een arbeidscontract in geen verhouding staat tot de periode waarin een werknemer daadwerkelijk heeft gewerkt. De doorbetaling van loon over de hele resterende periode van het contract kan dan wellicht een te hoge ontslagvergoeding zijn.
In een zaak die onlangs voorkwam bij het gerechtshof in Leeuwarden was een taxichauffeur met een tijdelijk contract voor een jaar na slechts enkele maanden op staande voet ontslagen. De man was in september in dienst gekomen en werd begin januari op straat gezet. Hij had bij zijn ziekmelding niet de juiste procedure gevolgd. De man vocht zijn ontslag aan en vorderde loondoorbetaling voor de resterende looptijd van zijn contract. De rechtbank was het met hem eens en kende de loondoorbetaling toe. Ook het gerechtshof vond het ontslag onterecht.
Lagere ontslagvergoeding
Toch matigde de hogere rechter de toegekende ontslagvergoeding vanwege onaanvaardbare gevolgen voor de werkgever. Er zou een wanverhouding bestaan tussen de periode van vier maanden dat de man in dienst was geweest en de resterende periode van acht maanden waarover het loon gevorderd werd. Bovendien had de ontslagen chauffeur zich niet genoeg ingespannen om een nieuwe baan te vinden.
Gerechtshof Leeuwarden, 8 juni 2010, JAR 2010/182