Uitstel evaluatie belasting vertrekvergoeding
De evaluatie van de pseudo-eindheffing voor excessieve vertrekvergoedingen wordt uitgesteld. Dat heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën laten weten in een Kamerbrief. Hij verwacht de evaluatie na de zomer alsnog aan de Tweede Kamer te kunnen aanbieden.
Het was de bedoeling dat Wiebes vóór 21 maart 2016 de evaluatie van de Wet belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen aan de Tweede Kamer zou sturen, maar hij gaat deze deadline niet halen. In een brief aan de Tweede Kamer zegt de staatssecretaris dat hij ervan uitgaat dat hij de evaluatie na de zomer alsnog aan kan bieden. De Wet belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen regelt sinds 2009 dat werkgevers pseudo-eindheffing moeten betalen over buitensporig hoge vertrekvergoedingen.
Hoge Raad oordeelt: eindheffing legaal
Tot 2013 was het tarief van de pseudo-eindheffing 30%. In het zogenoemde lente-akkoord van 2012 is echter afgesproken dat werkgevers per 2013 over vertrekvergoedingen van minimaal € 531.000 een pseudo-eindheffing van 75% moeten betalen. Die heffing komt dus boven op de reguliere loonheffingen. In 2016 ligt de grens voor deze pseudo-eindheffing bij € 538.000.
Afgesproken was dat deze wet na drie jaar geëvalueerd zou worden. In de tussentijd is er flink geprocedeerd over de pseudo-eindheffing. Werkgevers vonden namelijk dat de terugwerkende kracht van de eindheffing in strijd was Europese regelgeving. De Hoge Raad concludeerde dat dit niet het geval is.
Pseudo-eindheffing backservice al afgeschaft
Tot en met 2014 bestond er nog een andere variant van pseudo-eindheffing over excessieve beloningsbestanddelen: de pseudo-eindheffing backservice. Werkgevers moesten deze pseudo-eindheffing van 15% in bepaalde situaties betalen voor werknemers met een eindloonregeling (tool) voor hun pensioen. Deze vorm van pseudo-eindheffing is afgeschaft per 1 januari 2015.