U kunt geen bezwaar maken via correctiebericht

Als u een fout in de door u ingediende aangifte loonheffingen ontdekt, moet u binnen zes weken bezwaar maken tegen de aangifte. Bent u te laat met uw bezwaar, dan kunt u niet alsnog uw gelijk halen door het indienen van een correctiebericht. Dit heeft de Hoge Raad onlangs bepaald.

In deze zaak ging het om een scheepvaartonderneming die in de jaren 2002 tot en met 2006 recht had op de afdrachtvermindering zeevaart. Voor de werknemers die in Nederland woonden, bedroeg de afdrachtvermindering 40% en voor de werknemers die niet in Nederland woonden 10%. De Europese Commissie was het echter niet eens met dit onderscheid in afdrachtvermindering en verzocht Nederland om dit gelijk te trekken. Vanaf 1 januari 2007 was de afdrachtvermindering zeevaart daarom voor alle zeevarende werknemers 40%.

Inspecteur accepteerde saldering niet

De scheepvaartonderneming wilde ook voor eerdere jaren aanspraak maken op het hogere percentage afdrachtvermindering voor zeevarenden die buiten Nederland woonden. Maar ze had natuurlijk niet binnen zes weken na het moment van betaling bezwaar gemaakt tegen de loonaangiftes over de periode 2002 tot en met 2006. Daarom diende de onderneming in 2007 correctieberichten in voor 2002 tot en met 2006 en verrekende het volgens de correctieberichten te veel betaalde bedrag met de loonaangifte over september 2007. De inspecteur accepteerde deze saldering echter niet en legde een forse naheffingsaanslag op.

Aangifte definitief bij geen bezwaar

De Hoge Raad vond dat correctieberichten inderdaad niet bedoeld waren voor het achteraf aanpassen van verschuldigde afdrachten. De onderneming had binnen zes weken bezwaar moeten maken als ze het niet eens was met de ingediende aangifte. Het niet-aantekenen van bezwaar had als gevolg dat de aangifte definitief vaststond. De correctieberichten vormden geen uitzondering op deze regel, dus het scheepvaartbedrijf kon die niet gebruiken om alsnog het hogere percentage aan afdrachtvermindering zeevaart te krijgen.
Hoge Raad, 4 mei 2012, LJN: BW4754