Strafheffing bij vervroegde uittreding omhoog
De strafheffing bij vervroegde uittreding gaat per 1 januari 2011 van 26% naar 52%. U krijgt met deze eindheffing te maken als de belastinginspecteur vermoedt dat het ontslag van een oudere werknemer eigenlijk een vorm van vervroegde uitdiensttreding is. De regeling is bedoeld om het vervroegd met pensioen sturen van oudere werknemers te ontmoedigen.
De overheid wil graag dat werknemers tot de pensioengerechtigde leeftijd blijven doorwerken. Dat is ook de reden dat de fiscale voordelen voor VUT- en prepensioenregelingen zijn afgeschaft. Om te voorkomen dat werkgevers via een achterdeur alsnog werknemers vervroegd met pensioen sturen is de Regeling voor vervroegde uittreding (RVU) in het leven geroepen. De RVU is bedoeld om te ontmoedigen dat werkgevers hun oudere werknemers ontslaan en hen vervolgens een eenmalige of periodieke ontslagvergoeding meegeven om de periode tot hun pensioen te overbruggen. De ontslagvergoeding is in dat geval niet alleen onderworpen aan de normale loonheffingen, maar ook aan de extra boeteheffing die de werkgever in principe moet betalen. Die heffing is per 1 januari 2011 dus 52%.
Bewijslast RVU ligt bij inspecteur
Het is aan de belastinginspecteur om aan te tonen dat er sprake is van een RVU. Als het ontslag van een oudere werknemer niets te maken heeft met bijvoorbeeld onenigheid of disfunctioneren of als u bij een collectief ontslag alleen oudere werknemers op straat zet, zal de inspecteur al snel dat vermoeden krijgen. Soms is het verstandig om vooraf contact op te nemen met de Belastingdienst om te overleggen over een voorgenomen ontslag.