Opheldering over fiscale behandeling laadpaal
Werknemers die in een (semi-)elektrische auto van de zaak rijden, moeten de auto natuurlijk kunnen opladen. In een geactualiseerd besluit heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën aangegeven dat u een laadpaal bij de woning van de werknemer niet tot het loon hoeft te rekenen.
Er komen steeds meer (semi-)elektrische auto’s. Dat is geen wonder, want voor deze auto’s hoeft u bij privégebruik maar 4% of 7% bij het loon van de werknemer te tellen in plaats van 14%, 20% of 25%. Hoe de stroomvoorziening voor zo’n elektrische auto fiscaal behandeld moet worden, was echter nog niet uitgekristalliseerd. Daarom is onlangs het besluit over de fiscale behandeling van zakelijk vervoer geactualiseerd.
Laadpaal is onderdeel van auto van de zaak
De staatssecretaris heeft goedgekeurd dat de kosten voor de laadpaal bij de woning van de werknemer deel uitmaken van de terbeschikkingstelling van de auto van de zaak. Het gaat hierbij om de kosten van de laadpaal zelf én die van eventuele aanpassingen, zoals het plaatsen van een extra groep in de meterkast. Het doet er niet toe of uw onderneming de kosten direct voor haar rekening neemt of ze aan de werknemer vergoedt. Er is in beide gevallen sprake van intermediaire kosten.
De goedkeuring geldt niet voor de elektriciteit om de auto op te laden. U kunt wel met de werknemer afspreken dat hij de elektriciteit die hij heeft verbruikt voor de auto van de zaak mag declareren. In dat geval kan hij ook de kosten declareren van een meter om het feitelijke verbruik vast te kunnen stellen. Zo’n afspraak heeft geen gevolgen voor de hoogte van het loon van de werknemer en dus ook niet voor de loonheffingen.
Niet bedoeld voor opladen van eigen auto
De nieuwe goedkeuring geldt niet als uw onderneming een laadpaal vergoedt of verstrekt voor een eigen (semi-)elektrische auto van de werknemer. In dat geval kunt u de werknemer niet méér onbelast vergoeden dan € 0,19 per zakelijke kilometer (inclusief woon-werkverkeer).