Onderscheid boetes verdwijnt in 2015
Het fiscale onderscheid tussen binnenlandse boetes en buitenlandse geldboetes verdwijnt. Dat betekent dat u ze niet meer mag aanwijzen als eindheffingsbestanddeel. Dat blijkt uit het Belastingplan 2015.
Als uw onderneming de werkkostenregeling (WKR) al toepast, mag u buitenlandse geldboetes die aan een werknemer toe te rekenen zijn op dit moment nog onderbrengen in de vrije ruimte. U kunt ze op die manier onbelast aan de werknemer vergoeden. Binnenlandse geldboetes mag u niet aanwijzen als eindheffingsbestanddeel. Uit het Belastingplan 2015 blijkt dat de regels veranderen. Vanaf 1 januari 2015 worden buitenlandse geldboetes hetzelfde behandeld als binnenlandse. Hiervoor wordt de Wet op de loonbelasting aangepast.
Geldboetes altijd tot het loon rekenen
U moet alle geldboetes die u betaalt, maar die toe te rekenen zijn aan de werknemer, vanaf volgend jaar dus bij het loon van de werknemer tellen en normaal belasten. Past uw onderneming nu nog het oude regime voor vrije vergoedingen en verstrekkingen toe, dan mag u ook nu al voor buitenlandse geldboetes geen eindheffing toepassen. Daar verandert dus niets aan als u per 1 januari 2015 overstapt op de WKR.
Afwijkende regels voor verkeersboetes
Bij geldboetes kunt u denken aan:
- Geldboetes opgelegd door een Nederlandse strafrechter;
- Geldsommen betaald aan de staat ter voorkoming van strafvervolging in Nederland;
- Geldsommen betaald aan de staat in verband met een besluit tot gratieverlening;
- Bestuurlijke boetes;
- Geldboetes op basis van tuchtrecht dat wettelijk is geregeld;
- Kosten van een naheffingsaanslag parkeerbelasting;
- Kosten van het verwijderen van een wielklem.
Voor verkeersboetes gelden overigens andere regels. Als u die niet verhaalt op de werknemer, mag u wel eindheffing toepassen. Dat geldt onder het oude regime en onder de WKR.