Nog veel meer uitstel voor nieuwe beslagvrije voet
De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet – die vorig jaar al is afgehamerd – wordt toch nog niet per 1 januari 2019 van kracht. De implementatie kost veel meer tijd dan verwacht.
De inzet van de nieuwe beslagvrije voet die uw organisatie onder meer moet hanteren bij loonbeslag wordt opnieuw uitgesteld. Dat heeft staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bevestigd via de Kamerbrief voortgang diverse maatregelen brede schuldenaanpak (pdf). In de begroting SZW voor 2019 stond al dat de implementatie meer tijd kostte dan eerder werd voorzien.
Beslagvrije voet vaak te laag vastgesteld
Het uitstel zorgt ervoor dat werknemers langer zelf input moeten leveren voor het bepalen van de hoogte van de beslagvrije voet (tool). Omdat zij lang niet altijd scherp op hun netvlies hebben welke gegevens ze daarvoor moeten aanleveren, wordt de beslagvrije voet in de praktijk vaak te laag vastgesteld. Dat zorgt ervoor dat werknemers minder geld overhouden om in hun levensonderhoud te voorzien dan hun situatie rechtvaardigt. De beslagvrije voet is het deel van het salaris waarop geen beslag mag worden gelegd.
ICT-aanpassingen duren mogelijk nog twee jaar
Na de invoering van de nieuwe wet wordt de beslagvrije voet bepaald aan de hand van gegevens die standaard beschikbaar zijn, bijvoorbeeld in de polisadministratie die onder meer via de gegevens uit de loonaangifte wordt gevuld. De Belastingdienst krijgt dit technisch echter niet per 1 januari 2019 geregeld. Ook UWV heeft meer tijd nodig. Het zou zomaar nog twee jaar kunnen duren voordat alle essentiële ICT-aanpassingen zijn gemaakt.
Om te voorkomen dat werknemers met schulden nog jarenlang met een te lage beslagvrije voet te maken krijgen, wil staatssecretaris Van Ark samen met staatssecretaris Snel van Financiën een aantal tussenoplossingen bedenken. Hierover moet volgend jaar meer bekend worden.
Privacygevoelige informatie in beslagregister
Het uitstel geldt ook voor de verbreding van het zogenoemde beslagregister. Hier maken gerechtsdeurwaarders al sinds 2016 gebruik van. Het is echter de bedoeling dat ook overheidsorganisaties op dit register aansluiten. Maar omdat het hier om zeer privacygevoelige gegevens gaat, moet dit wel op een zorgvuldige manier gebeuren. Daar wordt nu aanvullend onderzoek naar gedaan. Begin 2019 krijgt de Tweede Kamer hier de uitkomst van.