Nieuwe goedkeuring voor levensloopbijdrage
Betaalt u enkele werknemers een te hoge levensloopbijdrage, dan betekent dat niet meer automatisch dat alle levensloopaanspraken in de loonheffingen worden betrokken. Demissionair minister De Jager van Financiën heeft in een recent besluit een goedkeuring opgenomen waarin dit is vastgelegd.
Met de levensloopregeling kunnen werknemers vanuit hun brutoloon sparen voor een periode van onbetaald verlof. Veel werkgevers geven werknemers die deelnemen aan de regeling een extra bijdrage, de levensloopbijdrage. Dat mag van de Belastingdienst onbelast gebeuren, hoewel u wel premies werknemersverzekeringen over deze bijdrage moet betalen. Een voorwaarde is bovendien dat vergelijkbare werknemers die niet deelnemen aan de levensloopregeling een even hoge bijdrage krijgen. Zij moeten daarover dan overigens wel gewoon loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet betalen, naast de door u verschuldigde premies werknemersverzekeringen. Als de levensloopbijdrage hoger is dan de bijdrage die vergelijkbare werknemers die niet levenslopen ontvangen, vormt ook de levensloopbijdrage gewoon loon voor alle loonheffingen.
Te hoge levensloopbijdrage soms alsnog onbelast
Het kon voorkomen dat werkgevers één of meerdere werknemers een hogere levensloopbijdrage toekenden dan volgens deze regels is toegestaan. Volgens de letter van de wet zouden dan alle werknemers die een levensloopbijdrage krijgen de dupe zijn. Daarom heeft De Jager nu goedgekeurd dat in zo’n geval werknemers die volgens bovenstaande regels helemaal geen te hoge levensloopbijdrage ontvangen hierover alsnog geen loonheffingen verschuldigd zijn.