In meer situaties calamiteitenverlof
Werknemers kunnen bij ernstige, onvoorziene of zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden aanspraak maken op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof. In de Wet modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden is verder uitgewerkt wanneer een werknemer hier precies recht op heeft.
Als een werknemer een kind heeft dat plotseling ziek wordt en uit school gehaald moet worden, als er in zijn woning ingebroken is of als zijn vrouw gaat bevallen, heeft hij recht op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof. Tijdens dit verlof betaalt de werkgever het loon in principe door, tenzij er in de cao of het personeelsreglement andere afspraken gemaakt zijn. Welke voorwaarden gelden voor calamiteitenverlof, staat in de Wet arbeid en zorg (WAZO). Die wet is sinds dit jaar aangevuld door de Wet modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden.
Calamiteitenverlof als het werk direct onderbroken moet worden
Een werknemer heeft recht op calamiteitenverlof bij ‘onvoorziene omstandigheden die een onmiddellijke onderbreking van de arbeid vergen’. Dat zijn acute noodsituaties, waarin de werknemer meteen actie moet ondernemen. Dat is bijvoorbeeld het geval als er ingebroken is in de woning van de werknemer of een naaste een ongeluk gehad heeft, waardoor de werknemer direct naar het ziekenhuis moet.
Ook recht op verlof bij uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden
Daarnaast heeft een werknemer recht op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof bij ‘zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden’. Hieronder vallen in elk geval de volgende situaties:
- de bevalling van de echtgenote, geregistreerde partner of samenwonende;
- het overlijden en de lijkbezorging van een huisgenoot of bloed- en aanverwant in de rechte lijn en de tweede graad van de zijlijn, denk aan een ouder of broer;
- spoedeisend, onvoorzien of redelijkerwijs niet buiten werktijd om te plannen arts- of ziekenhuisbezoek. Dit geldt zowel voor de werknemer zelf als voor de begeleiding van een partner, ouder of kind.
- noodzakelijke verzorging op de eerste ziektedag van een partner, ouder of kind. Na de eerste ziektedag kan de werknemer voor de verdere verzorging kortdurend zorgverlof opnemen.
Verder heeft een werknemer op grond van de WAZO – en als dit niet in zijn vrije tijd kan plaatsvinden – recht op calamiteitenverlof voor het uitoefenen van zijn kiesrecht en het uitvoeren van een door de wet of overheid opgelegde verplichting (zoals een geboorteaangifte).