Let op langer zwangerschapsverlof bij tweeling
Voor een werkneemster die in verwachting is van een meerling, kan het zwangerschaps- en bevallingsverlof een stuk langer duren dan bij andere zwangerschappen. Daarvoor waarschuwt UWV.
Sinds 1 april 2016 hebben vrouwen die zwanger worden van een tweeling of drieling recht op het meerlingenverlof. Dit houdt in dat het zwangerschapsverlof enkele weken langer kan duren. UWV – die de zwangerschaps- en bevallingsuitkering betaalt – meldt dat werkgevers hier goed rekening mee moeten houden. Een werkgever zal immers het werk van de werkneemster moeten opvangen, eventueel door een vervangende kracht aan te nemen.
Diverse factoren bepalen zwangerschaps- en bevallingsverlof
Hoe lang de werkneemster die een meerling verwacht afwezig is, hangt af van meerdere factoren. Uitgangspunten zijn dat haar zwangerschapsverlof (tool) tien tot acht weken voor de dag na de uitgerekende bevallingsdatum start, dat de werkneemster altijd recht heeft op minimaal tien weken bevallingsverlof én dat het hele verlof in totaal minimaal 16 weken duurt.
Voor een werkneemster met een meerling kan het verlof dus 20 weken of meer bedragen (bij een eenling duurt het verlof in principe 16 weken). Bijvoorbeeld als zij tien weken voor de uitgerekende bevallingsdatum met verlof gaat en op de verwachte datum bevalt. Het verlof duurt nog langer als de baby’s langer dan zeven dagen in het ziekenhuis moeten blijven of bij een late bevalling.
Geboorte tweeling vaak voor uitgerekende bevallingsdatum
Een late bevalling is echter niet snel aan de orde. Vaak resulteert een meerlingenzwangerschap in een vroege geboorte. Als de bevalling bijvoorbeeld twee weken voor de uitgerekende datum plaatsvindt en de werkneemster acht weken voor de uitgerekende datum verlof heeft opgenomen, duurt het verlof 16 weken en dus net zo lang als het reguliere zwangerschaps- en bevallingsverlof. Zie voor rekenvoorbeelden rondom de verlofduur de tool ‘Zwangerschapsverlof bij meerlingen’.