Inlenen buitenlanders minder omslachtig
Bij het inlenen van een buitenlandse werknemer uit de Europese Economische Ruimte (EER) of Zwitserland hoeft het uitzendbureau binnenkort geen kopie van het identiteitsbewijs meer naar u op te sturen. Uw plicht om die kopie vijf jaar in uw administratie te bewaren vervalt daarmee ook. Demissionair minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is van plan om de Wet arbeid vreemdelingen op dit punt te wijzigen.
Bij het inlenen van buitenlands personeel moet u volgens de huidige regelgeving een omslachtige procedure volgen. Het uitzendbureau moet de identiteit van de werknemer vaststellen en moet een kopie van het identiteitsbewijs naar u als inlenende partij opsturen. U moet vervolgens ook het identiteitsbewijs van de buitenlandse uitzendkracht controleren en dit vergelijken met de kopie die u van het uitzendbureau heeft gekregen. Deze kopie moet u bovendien vijf jaar in uw administratie bewaren. Doet u dit niet, dan kunt u een boete van € 1.500 krijgen. Naar aanleiding van een onderzoek (pdf) van een werkgroep van het ministerie, wil Donner de regels nu minder streng maken.
Kopie niet meer nodig
Het plan is om de regels te wijzigen voor werknemers uit de EER (met voorlopige uitzondering van Bulgarije en Roemenië) en Zwitserland. Hoewel u nog steeds de identiteit van ingeleende werknemers uit deze landen moet controleren, krijgt u dan niet meer te maken met de kopie van het uitzendbureau. Ook hoeft u zelf geen kopie van het identiteitsbewijs meer te maken voor uw administratie. Binnenkort zal Donner dit voorstel naar de Tweede Kamer zenden.