Einde aan crisismaatregel gebruikelijk loon
De crisismaatregel waarbij een directeur-grootaandeelhouder (dga) zijn gebruikelijk loon mocht verlagen als gevolg van omzetdaling in recente jaren eindigt per 1 januari 2011. Vanaf die datum zijn de normale regels voor het vaststellen van een gebruikelijk loon dus weer van toepassing. De tijdelijke maatregel gold alleen voor de jaren 2009 en 2010.
Door de gebruikelijkloonregeling moet een dga zichzelf een loon toekennen van minstens € 41.000, tenzij een lager of hoger loon op zijn plaats zou zijn. Door deze regel ontkomt de dga niet zomaar aan het betalen van belasting over zijn inkomen. Of de dga het gebruikelijk loon daadwerkelijk heeft ontvangen is niet van belang: hij zal het als inkomen moeten opgeven aan de fiscus. In 2009 en 2010 konden dga’s gebruikmaken van een tijdelijke maatregel om hun gebruikelijk loon te verlagen. Zij mochten dit loon onder voorwaarden evenredig verlagen met een eventuele omzetdaling.
Gebruikelijk loon niet zomaar lager
Deze crisismaatregel was zoals gezegd tijdelijk. Per 1 januari 2011 gelden de normale regels weer voor gebruikelijk loon, ook in geval van een omzetdaling. Een dga mag zichzelf alleen een lager loon toekennen als hij kan bewijzen dat dit lagere loon gerechtvaardigd is, bijvoorbeeld vanwege beperkte werkzaamheden.