Denk aan de nieuwe regels voor flexkrachten
05 januari 2015
Voortaan moet u zich voor tijdelijke krachten aan scherpere regels houden. Dit is het gevolg van de invoering van het eerste deel van de maatregelen van de Wet werk en zekerheid (WWZ). Wat is er precies gewijzigd?
In het bericht ‘Met welke wetten werkt u per 2015?’ las u al welke nieuwe wetten en regels per 1 januari 2015 van kracht zijn geworden. Voor de Wet werk en zekerheid gaat het om de maatregelen voor tijdelijke contracten, die oorspronkelijk per 1 juli 2014 al zouden ingaan. De maatregelen van de WWZ die betrekking hebben op het ontslagrecht en de WW, gaan pas op of na per 1 juli 2015 in.
Aanscherping regels voor flexkrachten
U moet voortaan rekening houden met de volgende aanscherping van de regels voor behandeling van flexkrachten:
- Er is geen proeftijd meer toegestaan in tijdelijke contracten van zes maanden of korter.
- Een concurrentiebeding in tijdelijke contracten is alleen nog toegestaan bij zwaarwegende bedrijfsbelangen.
- Het hanteren van een aanzegtermijn is verplicht bij tijdelijke contracten van zes maanden of langer: u moet uiterlijk één maand voorafgaand aan het einde van het contract schriftelijk laten weten of u het contract verlengt en onder welke voorwaarden. Dus ook als u wél verlengt, moet u dat tijdig aangeven.
- Bij oproepovereenkomsten en nulurencontracten geldt na drie maanden dat het aantal afgesproken uren per maand minstens moet overeenkomen met het gemiddeld aantal gewerkte uren in de voorafgaande drie maanden. Na deze drie maanden bent u verplicht om loon te betalen over het aantal afgesproken uren.
- Payrollers hebben dezelfde ontslagbescherming als werknemers die rechtstreeks bij u in dienst zijn. Volgens de nieuwe regels mogen deze krachten niet meer ontslagen worden als de payrollovereenkomst wordt opgezegd.
- Uitzendkrachten hebben na maximaal 78 weken recht op een tijdelijk contract.