Beslagvrije voet bij loonbeslag moet simpeler
De beslagvrije voet die u moet aanhouden als er beslag is gelegd op het loon van een werknemer, is veel te complex. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Dijkhoff van Veiligheid en Justitie willen daarom toe naar een simpeler systeem met een vast basisbedrag.
Klijnsma en Dijkhoff schrijven in hun brief ‘Voortgang vereenvoudiging beslagvrije voet’ (pdf) aan de Tweede Kamer dat het bepalen van de beslagvrije voet zo ingewikkeld is geworden dat hij geregeld te laag wordt vastgesteld. Dat zorgt ervoor dat een werknemer met schulden in de praktijk soms onder het bestaansminimum moet leven.
Talloze factoren bepalen de huidige beslagvrije voet
In de brief geven de bewindslieden alvast aan welke kant het op moet met de beslagvrije voet. Het deel van het loon waar een werknemer ook gedurende het loonbeslag nog zelf over kan beschikken, moet transparant en herkenbaar zijn. Daarnaast moet de uitvoering eenvoudig zijn. De huidige regels voldoen hier niet aan. Nu spelen nog talloze factoren een rol bij het bepalen van de beslagvrije voet voor een werknemer, waaronder zijn woonlasten en woonvorm, zijn recht op toeslagen en zijn gezinssamenstelling. Als één gegeven ontbreekt, kan de beslagvrije voet al faliekant verkeerd uitpakken.
De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) heeft een advies geschreven voor een systeem voor de beslagvrije voet dat beter te handhaven is. Het betreft een staffelsysteem waarbij altijd een bepaald minimuminkomen beslagvrij blijft en van het inkomen daarboven een steeds groter deel onder het beslag valt. In België en Frankrijk wordt een vergelijkbaar systeem gehanteerd.
Staffelsysteem werkt niet in combinatie met toeslagen
Zo’n staffelsysteem werkt echter alleen goed als het totale inkomen van werknemers altijd hoger is naarmate ze meer loon ontvangen. In Nederland is dat – door toeslagen en compensatieregelingen – lang niet altijd het geval. De bewindslieden zien daarom meer in een systeem zoals in Duitsland wordt toegepast: dat gaat uit van één vast bedrag aan beslagvrije voet.
De hoogte van dit bedrag luistert dan natuurlijk wel erg nauw. Als afwijken van het vaste bedrag in specifieke uitzonderingsgevallen nodig is, kan dit via een zogenoemde hardheidsclausule.
Deze oplossing wordt de komende maanden verder onderzocht, getoetst en uitgewerkt. Vóór het zomerreces moet er meer bekend worden.