5.5 Oordelen bij het College
quota
Het College heeft zich meerdere malen uitgesproken over voorkeursbeleid. Meestal stranden de zaken op het zorgvuldigheidsvereiste. Organisaties zijn steeds meer op zoek naar voorkeursbeleid dat eigenlijk meer weg heeft van het invoeren van quota en het College is zeer terughoudend in het toestaan daarvan. Dat komt doordat de Europese rechter van het Hof van Justitie van de Europese Unie ook zo streng is met het toestaan van voorkeursbeleid.
ruimte
Als het voorkeursbeleid meer weg heeft van een quotum, zal het College ook onderzoeken wat uw organisatie eerder al heeft gedaan om de achterstand van de doelgroep aan te pakken. Alleen als ál het andere heeft gefaald, is er ruimte om verdergaand voorkeursbeleid te voeren. Hieronder leest u over twee zaken rondom voorkeursbeleid die speelden bij het College.
5.5.1 Gelijke geschiktheid niet onderzocht
extra budget
In 2011 voerde de Universiteit Groningen voorkeursbeleid bij de doorstroom van universitair hoofddocenten. Om het aandeel van vrouwelijke hoogleraren te vergroten, had de universiteit extra budget gereserveerd en de vrouwelijke universitair hoofddocenten in de gelegenheid gesteld hun dossier aan te bieden aan hun faculteitsbestuur. Het faculteitsbestuur kon hen dan bij het college van bestuur voordragen voor benoeming tot hoogleraar.
bevorderen
Voor mannen bestond deze mogelijkheid niet. Zij konden wel in het kader van het gewone beleid worden bevorderd. De universiteit heeft uiteindelijk 12 vrouwelijke universitaire hoofddocenten op basis van het gereserveerde budget bevorderd tot hoogleraar.
Beoordeling
hoogleraar
Een voorwaarde is dat een organisatie alleen de voorkeur aan een vrouw mag geven bij gelijke geschiktheid. De universiteit nodigde alleen vrouwelijke universitair hoofddocenten uit voor de bevordering en bevorderde 12 van hen tot hoogleraar. Omdat zij van tevoren mannen had uitgesloten, was het dus niet duidelijk of vrouwen en mannen even geschikt waren. Dit was niet zorgvuldig. Het College oordeelde daarom dat er sprake was van verboden onderscheid.
andere maatregelen
Daarbij speelde ook een rol dat de universiteit al andere maatregelen had ingevoerd om de achterstand van vrouwen te verbeteren. Die maatregelen leken te werken, omdat de achterstand al verminderd bleek. In dat licht was het dus niet toegestaan om voorkeursbeleid te voeren waarbij mannen op voorhand werden uitgesloten.
CRM, 15 december 2011, oordeelnummer: 2011-198
5.5.2 Voorkeursbeleid succesvol aangepast
uitsluitend voor vrouwen
De TU Eindhoven kampt met een ondervertegenwoordiging van vrouwelijke wetenschappers. Om hun aandeel te verhogen, voerde de universiteit het Irène Curie Fellowship-programma (ICF-programma) in. Alle wetenschappelijke vacatures staan voor een periode van maximaal vijf jaar uitsluitend open voor vrouwen. Het ICF-programma wordt functie- en universiteitsbreed toegepast: de uitsluiting ziet op alle wetenschappelijke functies van alle faculteiten.
Beoordeling
kans
Het College vindt dit te ver gaan. Het brengt voor mannelijke kandidaten een zo vergaande uitsluiting mee dat hun kans op een wetenschappelijke positie bij de universiteit voor een substantiële periode nagenoeg verwaarloosbaar is. Daarbij komt dat niet alle faculteiten met dezelfde achterstand kampen en er verschillen zijn tussen de achterstand en binnen verschillende wetenschappelijke posities. Bovendien toont de universiteit niet aan dat het doel niet ook met minder verstrekkende maatregelen kan worden bereikt.
CRM, 2 juli 2020, oordeelnummer: 2020-53
Nieuw beleid
onder de loep
algemeen beleid
positie van vrouwen
Naar aanleiding van het oordeel van het College nam de TU Eindhoven het programma nogmaals onder de loep. Het vernieuwde programma legde de universiteit weer voor aan het College. De veranderingen zijn de volgende:
- Een vacature komt alleen in aanmerking voor het programma als binnen een faculteit het aandeel vrouwen in een bepaalde functiegroep minder is dan 30%.
- Van de ‘in aanmerking komende vacatures’ wordt 30% tot 50% in het ICF-programma opgenomen.
- Naast het ICF-programma voert de universiteit algemeen beleid om de positie van vrouwen te verbeteren.
Nieuwe beoordeling
beperkt
Het College vindt dat de universiteit met het nieuwe beleid tegemoetkomt aan de gebreken van het oorspronkelijke programma. Het eerste criterium zorgt ervoor dat de uitsluiting van mannen beperkt blijft tot die situaties waar de meest ernstige achterstand van vrouwen zich concreet voordoet. Mannen worden daardoor niet verder uitgesloten dan strikt noodzakelijk is. Door het tweede criterium toe te passen, behouden mannen bovendien hoe dan ook kans op een wetenschappelijke functie bij de universiteit in de diverse functiegroepen.
proportioneel
De maatregelen zijn nu proportioneel en het programma is daarom toelaatbaar. De universiteit maakt duidelijk dat deze maatregel noodzakelijk is om een volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen te verwezenlijken.
CRM, 1 maart 2021, oordeelnummer: 2021-19
Risico op uitsluitingsmechanismen
Wat belangrijk is in bovenstaande zaak, is dat de universiteit het ICF-programma heeft ingebed in breder beleid om de positie van vrouwen te verbeteren. Zonder breder beleid bestaat namelijk het risico dat een vrouw bij een gewone sollicitatie alsnog wordt getroffen door (onbewuste) uitsluitingsmechanismen. Ook bestaat dan het risico dat vrouwelijke wetenschappers die een aanstelling hebben gekregen niet blijven.
Inhaalslag
instroom
Daarnaast weegt het College mee dat de universiteit juist nu een ‘inhaalslag’ voor vrouwelijke wetenschappers kan maken. Om verschillende redenen is er de komende tijd bij de universiteit namelijk een grote instroom van nieuwe wetenschappers. Als later de instroom weer kleiner is, zal het moeilijker zijn en langzamer gaan om de achterstand in te lopen.
5.5.3 Oordeel over eigen beleid
toetsen
naam
Zoals u hiervoor kon lezen, is het dus mogelijk om uw eigen beleid te laten toetsen door het College. Het College heeft een mogelijkheid voor een zogenoemd ‘oordeel eigen handelen’. U kunt op die manier antwoord krijgen op de vraag of uw beleid in lijn is met de gelijkebehandelingswetgeving. Het College publiceert op mensenrechten.nl alle oordelen met daarbij de naam van de organisatie waartegen wordt geklaagd.
Bij een verzoek om een oordeel over het eigen handelen publiceert het College de naam van de organisatie niet. Zo voorkomt u dus dat andere partijen, zoals een OR of een antidiscriminatiebureau bij het College een klacht indienen en ongewenste publiciteit genereren.