U bent hier

Onderneming & Arbo
Vaste werknemer mag u niet zomaar inruilen

Vaste werknemer mag u niet zomaar inruilen

Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vindt in de Tweede Kamer weinig steun voor zijn voorstel om de uitvoeringsregels van het Ontslagbesluit uit te breiden. Onlangs had hij voorgesteld om de ontslaginstructie zo aan te passen dat vaste krachten mogen worden vervangen door flexkrachten als dit noodzakelijk is voor een ‘doelmatige’ bedrijfsvoering. Volgens sommige partijen is dit echter een gemakkelijke manier om personeel ‘via de achterdeur’ kwijt te raken.

UWV WERKbedrijf ontvangt steeds vaker verzoeken van werkgevers om vaste werknemers te verruilen voor flexwerkers zoals zzp’ers en uitzendkrachten. Diverse vestigingen van UWV WERKbedrijf gaan op dit moment verschillend om met zo’n ontslagverzoek. Om ervoor te zorgen dat er altijd op dezelfde manier wordt gehandeld, heeft minister Kamp onlangs een voorstel ingediend om de uitvoeringsregels van het Ontslagbesluit bij ontslag om bedrijfseconomische redenen te verduidelijken. 

Doelmatige bedrijfsvoering

In de uitvoeringsregels wil minister Kamp laten vastleggen dat vaste krachten door flexkrachten mogen worden ingeruild als dit noodzakelijk is voor een ‘doelmatige’ bedrijfsvoering. Daarvan kan sprake zijn als u veel wisselende opdrachten heeft en dit niet met vast personeel kunt opvangen of als u met alleen vaste werknemers in dienst niet kunt concurreren. Op dit moment krijgt u alleen toestemming voor ontslag van een werknemer met een vast dienstverband als u daarvoor duidelijke persoonlijke of bedrijfseconomische redenen heeft. 

Geen aanpassing van ontslagrecht

Sommige partijen leggen het voorstel uit als een versoepeling van de ontslagregels of een aanpassing van het ontslagrecht. Volgens minister Kamp is er beslist geen sprake van een beleidswijziging of strijdigheid met het Ontslagbesluit. Hij denkt dat de aanpassing juist zorgt voor meer duidelijkheid in de ontslaginstructie van UWV WERKbedrijf. Hij heeft nu beloofd om de komende zes maanden te monitoren hoe de vestigingen van UWV WERKbedrijf met deze verzoeken – zo’n tweehonderd per jaar – omgaan en de Tweede Kamer daar vervolgens over te informeren.