Fiscus mag parkeergegevens toch opvragen
Voor het controleren van het gebruik van de auto van de zaak mag de Belastingdienst online parkeergegevens opvragen. De schending van de privacy hierbij is volgens Gerechtshof ’s-Hertogenbosch niet buitenproportioneel. De gegevens die niet nodig zijn voor de controle vernietigt de fiscus dan wel gelijk.
In het bericht ‘Parkeergegevens blijven ongrijpbaar voor fiscus’ las u al dat de Belastingdienst online parkeergegevens wilde gebruiken om te controleren of deze voor werknemers met een auto van de zaak in lijn zijn met hun rittenregistratie. Bij het betalen van parkeerkosten via sms, internet, smartphone of app worden immers gegevens over kenteken, locatie, datum en tijdstip van het parkeren geregistreerd. Voor de Belastingdienst is dit dus belangrijke controle-informatie.
Schending van de privacy
SMS Parking wilde in een recente rechtszaak de door de fiscus gevraagde informatie niet delen. De rechter bepaalde toen dat de gegevensuitvraag van de Belastingdienst inderdaad een te grote schending van de privacy van de betrokken automobilisten was. De Belastingdienst ging in hoger beroep. Het hof vond dat het verzoek wel netjes paste binnen de bevoegdheden van de fiscus. De gegevensuitvraag was wel een inbreuk op de privacy van gebruikers, maar niet buitenproportioneel, aangezien de fiscus ook een zeer groot aantal voertuigen moet controleren op onder meer correcte toepassing van de bijtelling.
Geen persoonsgegevens opgevraagd
Daarnaast besloot het hof dat de fiscus wel degelijk aan de privacy van de gebruikers had gedacht: er waren geen persoonsgegevens opgevraagd en de parkeergegevens van auto’s die niet tot de te controleren categorieën behoorden, werden na de eerste selectie direct vernietigd. Alleen als er een koppeling gelegd kan worden tussen een geparkeerd voertuig en de lijst van zakelijk gebruikte auto’s, zou de fiscus de correcte toepassing van de bijtelling verder onderzoeken. SMS Parking gaat de opgevraagde gegevens nu alsnog aan de Belastingdienst aanleveren als er geen verdere gerechtelijke stappen worden ondernomen.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 19 augustus 2014, ECLI (verkort): 2803