Geen HIR voor gecorrigeerde winst panden
De belastingdienst zal uw winst corrigeren als u niet tegen een zakelijke prijs verkoopt. Voor deze gecorrigeerde winst mag u echter geen herinvesteringsreserve (HIR) vormen. Volgens Rechtbank Den Haag ontbreekt daarvoor het vereiste herinvesteringsvoornemen.
Het draaide in deze zaak om een bv die in 2005 een aantal panden had verkocht aan de dga en zijn kinderen. De verkoopprijs was naar het oordeel van de belastinginspecteur veel te laag. De bv verkocht de panden voor in totaal € 1.050.000, terwijl de totale WOZ-waarde van de panden € 4.820.000 bedroeg. Vervolgens gaf de bv in haar VPB-aangifte over 2005 een verlies van € 1.038.516 op. Bij een boekenonderzoek concludeerde de inspecteur dat de panden niet tegen een zakelijke prijs waren verkocht. Hierop corrigeerde hij de winst van de bv en legde een stevige navorderingsaanslag op.
Ontbreken van herinvesteringsvoornemen
De bv vond de navordering niet terecht. Bij de rechter stelde zij daarbij dat áls de navordering toch terecht was, zij het bedrag dan wilde toevoegen aan de HIR, zodat het vooralsnog buiten de belastingheffing bleef. De rechter was van mening dat de inspecteur de winst terecht gecorrigeerd had. De bv mocht deze gecorrigeerde boekwinst echter niet toevoegen aan de HIR. Volgens de rechter had de bv de panden namelijk willens en wetens tegen een te lage prijs verkocht. Hieruit kon niet anders geconcludeerd worden dan dat de bv geen herinvesteringsvoornemen had, zeker niet met betrekking tot het gecorrigeerde bedrag. Het was daarom niet mogelijk om een herinvesteringsreserve te vormen voor deze gecorrigeerde winst. Het bedrag van de boekwinst behoorde dus direct tot de belastbare winst.
Rechtbank Den Haag, 21 mei 2014, ECLI (verkort): 7956