Aan de slag met de Wet werken naar vermogen
De overheid wil het voor werkgevers aantrekkelijker maken om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Doordat de overheid het loon aanvult, hebben mensen met een arbeidsbeperking die (gedeeltelijk) kunnen werken straks meer kans op een baan. De Wet werken naar vermogen (WWNV) moet dit mogelijk maken. De nieuwe wet is onlangs naar de Tweede Kamer gestuurd. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2013 in werking treedt.
De Wet werken naar vermogen (WWNV) is een samenvoeging van de Wet arbeidsongeschiktheidsuitkering jonggehandicapten (Wajong), Wet sociale werkvoorziening (WSW), Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ). Onder de WWNV komt er één regeling voor iedereen die (gedeeltelijk) kan werken en nu nog een beroep doet op de verschillende genoemde regelingen. Iedereen die met ingang van 1 januari 2013 instroomt, valt onder de nieuwe WWNV. Het uitgangspunt is dat mensen met een arbeidsbeperking in eerste instantie werk zoeken bij een gewone werkgever. Als dat echt niet lukt, kunnen ze een beroep doen op het sociale vangnet.
De overheid vult inkomen werknemer aan
Bij loondispensatie betaalt de bestuurder alleen het deel van het loon waarvoor de werknemer arbeidsproductief is. De overheid vult het inkomen van de werknemer aan tot maximaal het wettelijke minimumloon. Daarnaast bestaat de mogelijkheid van een no-riskpolis. Met de no-riskpolis hoeft de werkgever bij ziekte geen loon door te betalen als een werknemer met een arbeidsbeperking, bijvoorbeeld een Wajonger, uitvalt.
OR bevordert aantrekken gehandicapte werknemer
Binnen het midden- en kleinbedrijf zijn inmiddels verschillende initiatieven gestart om ervaring op te doen met mensen met een arbeidsbeperking, zoals werkgeversnetwerken en kenniscentra. Leg dit onderwerp met uw OR voor aan de bestuurder op de overlegvergadering. Volgens artikel 28 lid 3 WOR is het namelijk een taak van de OR om het in dienst nemen van gehandicapte werknemers te bevorderen.